Melding onvoldoende onderbouwd – melding terecht afgewezen

Deel deze pagina

TRB-2018-4025-AD en TRB-2018-4025-HV
Algemeen directeur, 4 oktober 2018
Voorzitter Tuchtcommissie, 29 oktober 2018

De melder stelt dat de bankmedewerker een onjuiste mededeling heeft gedaan aan zijn rechtsbijstandsverlener. Daarnaast heeft de bankmedewerker onjuiste gegevens opgenomen in een brief.

De Algemeen Directeur oordeelt dat de melding onvoldoende is onderbouwd en acht het daarom onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerker de bankierseed zou hebben geschonden. De door de melder gestelde onjuiste vermelding in een brief is van dusdanig ondergeschikt belang dat dit onvoldoende ernstig is om een onderzoek daarnaar te rechtvaardigen.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst erop dat de melding in de kern betrekking heeft op een geschil tussen hem en de bank, waarvoor het bancaire tuchtrecht niet het middel is om dit geschil te beslechten. Dat de bankmedewerker opzettelijk niet de waarheid zou hebben gesproken is niet zodanig onderbouwd dat dit een tuchtrechtelijk onderzoek rechtvaardigt. De voorzitter van de Tuchtcommissie laat de beslissing van de Algemeen Directeur in stand en wijst het herzieningsverzoek af.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: dossier TRB-2018-4025-AD.
Download hier de herzieningsbeslissing:  dossier TRB-2018-4025-HV.

Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF