Buiten de bank brengen van vertrouwelijke stukken en niet meewerken aan tuchtonderzoek

Deel deze pagina

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft diverse deels vertrouwelijke document van zijn zakelijke e-mailadres naar zijn privé e-mailadres gestuurd. Hiervan heeft de bank melding gedaan bij Tuchtrecht Banken. De bankmedewerker heeft geen medewerking verleend aan het onderzoek van de Algemeen directeur.

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, of klik op de link voor volledige uitspraak TRB-2025-4898-TC, 25 juni 2025.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

In deze tuchtprocedure heeft de bankmedewerker niet meegewerkt aan het onderzoek naar de melding. Aldus heeft de Algemeen directeur de tuchtklacht en dus het Klachtrapport dat wordt ingediend bij de Tuchtcommissie Banken alleen kunnen baseren op de informatie die de bank heeft verstrekt.

Uit de melding is gebleken dat de bankmedewerker diverse e-mails, met deels vertrouwelijke informatie vanuit zijn zakelijke mailadres naar zijn eigen (zakelijke) e-mailadres heeft gezonden. Als reden heeft de bankmedewerker bij de bank verklaard dat hij de stukken voor zijn werk diende te bewerken, wat binnen en met behulp van de beschikbare tools binnen de bank niet mogelijk was. Volgens de bankmedewerker heeft hij de informatie altijd zeer zorgvuldig behandeld en niet met derden gedeeld. Hiertoe heeft hij bij de bank een ‘confidentiality agreement’ (geheimhoudingsovereenkomst) getekend. Ook heeft de bankmedewerker verklaard dat zijn zakelijke account beveiligd is. De gedeelde gegevens zijn enkel en alleen in het belang van de bank gebruikt binnen de omgeving gebleven die hij als zelfstandige gebruikt.

Een overvolle agenda, was de reden aldus de bankmedewerker dat hij niet heeft kunnen reageren op de verzoeken van de Algemeen directeur. Er was geen sprake van onwil, verklaarde hij op de zitting van de Tuchtcommissie Banken.

Het buiten de bank brengen van vertrouwelijk stukken werd tot nu toe door de Tuchtcommissie Banken als een schending van de bankierseed aangemerkt. In deze uitspraak komt de Tuchtcommissie Banken tot een ander, afwijkend oordeel. De Tuchtcommissie oordeelt dat in deze procedure bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die maken dat in dit geval het buiten de bank brengen van (vertrouwelijke) stukken geen schending van de bankierseed oplevert. De tuchtcommissie overweegt: “Het delen van bestanden leidt in dit verband en in het licht van de verklaringen van de bankmedewerker niet per definitie tot een schending van de bankierseed”. Bij dit oordeel heeft de tuchtcommissie betrokken dat de bankmedewerker, die als zelfstandige werd ingehuurd door de bank, de vertrouwelijk stukken naar zijn zakelijk e-mailadres heeft gezonden, omdat hij deze binnen de bank niet kon bewerken. De tuchtcommissie betrekt daarnaast dat de instructies aan ingehuurde partijen, zoals de betrokken bankmedewerker mogelijk niet duidelijk zijn geweest.

Het buiten de bank brengen van vertrouwelijk stukken levert naar het oordeel van de Tuchtcommissie Banken in voorliggende zaak dus geen schending van de bankierseed op.

Echter omdat de bankmedewerker geen medewerking heeft verleend aan het tuchtrechtelijke onderzoek door de Algemeen directeur, legt de Tuchtcommissie Banken de bankmedewerker wel een tuchtmaatregel op. De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat de bankmedewerker niet open en eerlijk is over zijn gedrag. Daarmee heeft hij gedragsregel zes verbonden aan de bankierseed geschonden.

Als tuchtmaatregel legt de Tuchtcommissie Banken een boete op van € 250,-.

De bankmedewerker is voor drie jaar opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Let op:
Deze samenvatting is een vereenvoudigde weergave van een officiële uitspraak of beslissing. De tekst is bedoeld om de belangrijkste punten begrijpelijk uit te leggen. Er kunnen geen rechten aan deze samenvatting worden ontleend. Alleen de volledige, officiële uitspraak is juridisch bindend.