TRB-2023-4522-TC Tuchtcommissie, 26 juli 2023
Verweerder heeft op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling gewekt door (als zzp’er) voor de bank werkzaam te zijn en tegelijkertijd (via zijn vennootschap onder firma) betalingen te ontvangen van door hem aangedragen kandidaten bij de bank. Deze informatie is niet met de bank gedeeld, terwijl verweerder een direct financieel belang had bij (het laten voortduren van de dienstbetrekking van) die door hem aangedragen kandidaten die vervolgens bij de bank ook nog eens werkzaam waren in hetzelfde functiegebied als verweerder. Verweerder heeft de informatie bewust niet met de bank gedeeld, getuige het feit dat hij de betreffende kandidaten geheimhoudingsverklaringen heeft laten ondertekenen. Verweerder heeft aldus in strijd met de binnen de bank geldende regels, en niet integer, en derhalve in strijd met gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode gehandeld. Alle relevante omstandigheden van het geval in aanmerking nemende, legt de Tuchtcommissie aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van drie maanden op.
De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
De uitspraak vind je hier.