Melder heeft niet kunnen aangeven over wie hij een melding indient en ook niet kunnen aangeven welk gedrag van welke individuele bankmedewerker(s) hij daarmee aan de orde beoogt te stellen en evenmin welke gedragsregel zou zijn geschonden.
Lees hieronder de samenvatting van de beslissing van de Algemeen directeur of klik op de link voor de volledige beslissing TRB-2024-5084-AD, 22 oktober 2024.
De Algemeen directeur is van oordeel dat de melding niet voldoet aan artikel 2.1.1 van het Tuchtrechtreglement Bancaire Sector, dat voorschrijft dat een melding onder meer het volgende dient te bevatten:
Ten overvloede merkt de Algemeen directeur nog op dat voor zover de melding ziet op gedrag van (een) bankmedewerker(s) dat van vóór de invoering van de bankierseed (2015) dateert, dat gedrag ook reeds om die reden niet daaraan kan worden getoetst.
De Algemeen directeur besluit om geen onderzoek te doen en de melding af te sluiten
De melder heeft herziening gevraagd van de beslissing. Een samenvatting van de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken volgt na de samenvatting van de beslissing van de Algemeen directeur, of klik op de link voor volledige beslissing TRB-2024-5084-HV, 23 december 2024, 23 december 2024.
De Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken overweegt in zijn beslissing dat zowel in de melding als in het ingediende herzieningsverzoek geen namen van individuele bankmedewerker(s) zijn genoemd. Ook is onvoldoende onderbouwd en/of toegelicht welk gedrag van individuele bankmedewerkers de melder aan de orde beoogt te stellen.
De melding voldoet niet voldoet aan de minimale vereisten van artikel 2.1.1 van het Tuchtrechtreglement Bancaire Sector, het verzoek om herziening wordt daarom afgewezen.
De melder had eerder een (vrijwel gelijkluidende) melding ingediend bij Tuchtrecht Banken. Meer over deze melding is te vinden via de volgende link TRB-2024-5049-AD.