Ontzegging toegang bank, herzieningsverzoek afgewezen

Deel deze pagina

TRB-2019-4416.

De melding houdt in dat de melder de toegang wordt geweigerd tot de bank en dat sprake is van pesten, treiteren en discriminatie. De Algemeen Directeur wijst de melding af omdat een voldoende nauwkeurige aanduiding van de betrokken bankmedewerker ontbreekt. De Algemeen Directeur overweegt verder dat als de betrokken medewerker wel voldoende was aangeduid, dit niet zou leiden tot een onderzoek. Uit de melding volgt namelijk onvoldoende wat het persoonlijk aandeel van betrokken bankmedewerker is geweest bij het weigeren van de toegang tot het bankkantoor.

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter is het met de melder eens dat met gering onderzoek de betrokken bankmedewerker zou kunnen worden geïndividualiseerd. In die zin heeft de melder de bankmedewerker voldoende nauwkeurig aangeduid. De kwestie waarover de melding gaat, leent zich echter niet voor een beoordeling door de tuchtrechter. De Tuchtcommissie kan niet beoordelen of de bank terecht de melder de toegang weigert. Dit betreft een beslissing van de bank. Van een verwijtbare gedraging van de bankmedewerker is niet gebleken. 

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: 4416 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing: 4416 herzieningsbeslissing

Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF