Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker V

Deel deze pagina

TRB-2018-3801-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3801 uitspraak Tuchtcommissie

Download volledige uitspraak .PDF