Frauduleuze overboekingen door bankmedewerkster

Deel deze pagina

Kern van de uitspraak

Een bankmedewerkster werkt als gedetacheerde bij de bank. Zij heeft in een periode van drie maanden frauduleuze overboekingen verricht ten gunste van zichtzelf en ten nadele van een bankklant en ten nadele van haar vader. De bankmedewerkster heeft in reactie op de melding aan Klager laten weten een betalingsregeling met de bank te hebben getroffen. Verder heeft zij niet inhoudelijk op de melding gereageerd. In het onderzoek van de bank heeft de bankmedewerkster verklaard dat zij de klant, die naar haar zeggen verward was, heeft geholpen bij het maken van de overboekingen. Zij ontkent geld op haar bankrekening te hebben ontvangen. Voor wat betreft de overboeking van gelden van de spaarrekening van haar vader naar haar eigen bankrekening gaf ze aan dat haar vader haar opdracht had gegeven de spaarrekening op te heffen en dat zij mocht beschikken over het saldo.

Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat de bankmedewerkster in strijd met de gedragsregels 1, 2, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector heeft gehandeld. Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van 36 maanden op te leggen

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, van 20 november 2024, TRB-2024-4903-TC.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat op basis van de feiten kan worden vastgesteld dat de bankmedewerkster frauduleuze overboekingen heeft uitgevoerd, waarmee zij zichzelf heeft bevoordeeld. Daarmee heeft de bankmedewerkster zich niet aan de wet en de binnen de bank geldende regels gehouden en zich niet integer en zorgvuldig gedragen. De door de bankmedewerkster geschetste alternatieve gang van zaken is, zowel ten aanzien van de klant als ten aanzien van haar vader, op basis van de vastgestelde feiten niet aannemelijk, aldus de tuchtcommissie.

Voorts overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerkster door gelden van klanten van de bank, waaronder nota bene haar eigen vader, naar zichzelf te hebben overgemaakt zij niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bancaire sector en dat zij het vertrouwen van de klanten van de bank in haar en daarmee de bank ernstig heeft geschaad. Ook heeft de bankmedewerkster blijkens haar verklaring bij de bank in het geheel geen openheid van zaken gegeven en heeft zij niet meegewerkt aan het onderzoek van Klager. De Tuchtcommissie Banken volgt Klager in de voorgestelde maatregel. Aan de bankmedewerkster wordt een beroepsverbod van drie jaar opgelegd.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.