Buiten de bank brengen van vertrouwelijk stukken en rekeninggluren

Deel deze pagina

Kern van de uitspraak

De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker -zonder zakelijke aanleiding- de (rekening)gegevens van zijn ex-partner heeft geraadpleegd en dat hij vertrouwelijke gegevens buiten de bank heeft gebracht.

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van Tuchtcommissie Banken, of klik op de link voor volledige uitspraak TRB-2025-5029-TC, 25 juni 2025.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De bankmedewerker heeft de rekeninggegevens van zijn ex-partner bekeken, daarvan een screenshot gemaakt en naar zijn privé e-mailadres gezonden. Ook heeft hij vele, deels vertrouwelijke stukken van de bank van zijn zakelijke e-mailadres onbeveiligd verzonden naar zijn privé e-mailadres.

In zijn verweer gaf de bankmedewerker aan dat hij niet beschikte over de (huidige) contactgegevens van zijn ex-partner, haar wilde spreken over een reorganisatie binnen de bank, die hem mogelijk zijn baan zal kosten. Daarom heeft hij de gegevens opgezocht in de systemen van de bank. De Tuchtcommissie Banken is van oordeel het zonder zakelijke aanleiding bekijken van rekeninggegevens als een ernstige schending van de bankierseed moet worden opgevat. Ook als dat alleen is gedaan om contactgegevens te achterhalen.

Voor het buiten de bank brengen van de (vertrouwelijke) stukken gaf hij aan dat dat hij deze stuken wilde gebruiken bij zijn sollicitaties, mocht hij boventallig worden verklaard. Het waren impulsieve handelingen die voortkwamen uit angstgevoelens en vermoedelijk ADHD aldus de bankmedewerker. Verder verklaarde de bankmedewerker dat hij de bestanden met vertrouwelijke informatie van de bank niet met derden heeft gedeeld. Op verzoek van de bank heeft hij de bestanden verwijderd.

De Tuchtcommissie Banken benadrukt ook in deze procedure nogmaals dat het vertrouwelijke karakter van bij een bank aanwezige informatie vereist dat deze informatie te allen tijde binnen de beveiligde fysieke en digitale bankomgeving dient te blijven. Alleen dan kan een bank zicht houden op die gegevens en zorgdragen voor een adequaat beheer daarvan, zodat de gegevens niet in de handen van onbevoegde derden kunnen vallen. Dat de bankmedewerker de stukken niet met derden heeft gedeeld en heeft verwijderd, ziet de tuchtcommissie niet als een gerechtvaardigd excuus.

De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de gedragsregels 1, 4, 5 en 6 verbonden aan de bankierseed zijn geschonden en dat een tuchtrechtelijke maatregel op zijn plaats is.

Bij de vaststelling van de tuchtrechtelijke maatregel houdt de tuchtcommissie rekening met het feit de bankmedewerker spijt heeft betuigd, het kwalijke van zijn handelen inziet en psychologische hulp heeft gezocht.

De Tuchtcommissie Banken legt als tuchtrechtelijke maatregel een geldboete op van € 500,- , te voldoen aan de Stichting Tuchtrecht Banken en de aanwijzing op, geheel voorwaardelijk, dat de bankmedewerker gedurende een periode van drie maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector (beroepsverbod).
Indien de bankmedewerker binnen een periode van twee jaar nogmaals de aan de bankierseed verbonden Gedragscode schendt, zal het beroepsverbod alsnog toegepast worden.

De naam van de bankmedewerker is voor drie jaar opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Let op:
Deze samenvatting is een vereenvoudigde weergave van een officiële uitspraak of beslissing. De tekst is bedoeld om de belangrijkste punten begrijpelijk uit te leggen. Er kunnen geen rechten aan deze samenvatting worden ontleend. Alleen de officiële uitspraak is volledig en juridisch bindend.