Buiten de bank brengen van gegevens

Deel deze pagina

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft tegen het einde van zijn opdracht bij de bank enkele e-mailberichten naar zijn privé e-mailadres gezonden. Volgens de bank bevatten deze mails bestanden met gegevens van de bank, waaronder klantgegevens.

De bankmedewerker erkent de e-mails te hebben verzonden, maar naar zijn mening bevatten de bestanden geen persoonsgegevens omdat het testdata betrof die volledig geanonimiseerd zijn. Voorts stelt hij niet tuchtrechtelijk te kunnen worden aangesproken omdat de bankierseed niet op hem van toepassing is.

Lees hieronder de samenvatting van de beslissing van de Algemeen directeur of klik op de link voor de volledige beslissing TRB-2024-4882-AD, 19 augustus 2024.

Wat is het oordeel van de Algemeen directeur

Naar het oordeel van de Algemeen directeur is de bankmedewerker wel gebonden aan de bankierseed en het bijbehorende tuchtrecht, aangezien vaststaat dat hij de bankierseed feitelijk heeft afgelegd en ook onder het bereik van artikel 3:17b lid 2 sub b Wft kan worden geschaard.

Voor wat betreft het gemaakte verwijt, stelt de Algemeen directeur dat de bankmedewerker heeft erkend de bankgegevens buiten de bank te hebben gebracht, hetgeen in strijd is met de interne bankregels. Hiermee zijn regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode geschonden.

Dat het naar buiten brengen van bankinformatie, om zichzelf in een betere positie te brengen met het oog op eventuele toekomstige opdrachten, niet integer noch zorgvuldig acht de Algemeen directeur duidelijk.

De Algemeen directeur deelt niet de opvatting van de bank dat hij tevens persoonsgegevens buiten de beveiligde omgeving van de bank heeft gebracht. Dit is onvoldoende vast komen te staan. De toelichting en uitleg van de bankmedewerker over hoe testdata tot stand komen en dat hij geen toegang had tot reële klantdata zijn op de Algemeen directeur als plausibel en aannemelijk overgekomen.

De Algemeen directeur acht de schending van (de gedragsregels verbonden aan) de bankierseed voldoende ernstig dat hij (in beginsel) grond heeft om een klacht aan de Tuchtcommissie Banken voor te leggen. De Algemeen directeur heeft echter ook oog voor (onder meer) het feit dat, kort gezegd, de risicogevoeligheid van uw handelen – gezien de omstandigheden van het geval (in het bijzonder de aard van de betrokken data) – gerelativeerd dient te worden.

De Algemeen directeur biedt de bankmedeweker een voorwaardelijke geldboete van € 250,- met de voorwaarde dat hij in een periode van twee jaar na acceptatie van de schikking niet wederom de bankierseed schendt. De schikking is geaccepteerd.

De naam van bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.