Belangenverstrengeling – beroepsverbod

TRB-2020-3877-TC
Uitspraak Tuchtcommissie, 29 juli 2020

Verweerder was verantwoordelijk voor commerciële contracten van de bank. Hij heeft zich ingespannen een bedrijf tot leverancier van de bank te maken. Hij heeft daarbij ten opzichte van dit bedrijf onvoldoende professionele afstand gehouden, terwijl die afstand wel van hem mocht worden verwacht. De belangen van deze leverancier zijn zo verstrengeld geraakt met de uitoefening van de functie van verweerder dat van een integer handelend bankmedewerker geen sprake meer was.

De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod van negen maanden op.
Verweerder heeft beroep aangetekend. De Commissie van Beroep heeft op 14 april 2021 de uitspraak van de Tuchtcommissie vernietigd.

Download hier de uitspraak van de Tuchtcommissie: TRB-2020-3877-TC

Download hier de uitspraak van de Commissie van Beroep Banken: TRB-2021-3877-CB

Boete voor leidinggevende handtekeningendossier

TRB-2020-3981-AD
Algemeen directeur, 3 maart 2020

De Algemeen directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar meerdere leidinggevenden in verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. In de hieronder gepubliceerde beslissing is de zaak afgedaan met een schikking.

Beëdigde vervulde een leidinggevende functie binnen de bank en gaf leiding aan hypotheekadviseurs. Beëdigde wist dat door hypotheekadviseurs aan wie hij leiding gaf (ten minste in een aantal gevallen) handtekeningen van klanten werden gekopieerd bij slotverklaringen op hypotheekadviezen.

Door beëdigde werd deze werkwijze gedoogd, omdat het volgens hem in een zeldzaam geval bij futiliteiten te billijken was. De Algemeen directeur is van oordeel dat, juist omdat beëdigde een leidinggevende positie had, hij ervoor had moeten zorgen dat deze werkwijze niet werd getolereerd. Door de werkwijze te gedogen heeft beëdigde onzorgvuldig en niet integer gehandeld.

Beëdigde heeft verder het kopiëren van handtekeningen niet aan anderen gemeld. Ook dit is volgens de Algemeen directeur onzorgvuldig. De Algemeen directeur heeft een schikking, bestaande uit een geldboete van € 500,-, aan beëdigde voorgesteld. Dit voorstel is door beëdigde geaccepteerd.

De naam van de leidinggevende wordt voor een periode van tenminste 3 jaar opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken, dat inzichtelijk is voor alle bij de stichting aangesloten banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2020-3981-AD

Delen vertrouwelijke informatie door bankdirecteur; beroepsverbod

TRB-2019-4296-TC
Tuchtcommissie, 6 november 2019

Verweerder, commercieel directeur bij de bank, heeft vertrouwelijke informatie van een klant gedeeld met een hem bekende derde. Deze informatie had betrekking op de spoed bij de verkoop van de woning van deze klant. Deze klant had namelijk een betalingsachterstand op de hypotheek.

De Tuchtcommissie weegt zwaar mee dat verweerder een voorbeeldfunctie binnen de bank bekleedt. Het gaat om een ernstig verwijt omdat het vertrouwen van de klant en de samenleving in de bank is geschaad. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes weken op. Dat verweerder ook door de bank is bestraft, leidt niet tot een lichtere maatregel.

De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-4296-TC

Niet melden kopiëren handtekeningen en verder verspreiden van deze werkwijze; schikking

TRB-2019-3982-AD
Algemeen directeur, 18 september 2019

De beëdigde droeg kennis van het feit dat (een) hypotheekadviseur(s) handtekeningen van klanten op herstelde hypotheekadviezen kopieerden. Beëdigde heeft dit niet gemeld bij een leidinggevende of op een andere wijze binnen de afdeling bespreekbaar gemaakt.

Beëdigde heeft de werkwijze van het kopiëren van handtekeningen wel gedeeld met tenminste één andere hypotheekadviseur, waarna deze niet toegestane werkwijze zich verder binnen de bank heeft verspreid. Beëdigde heeft daarmee de bankierseed geschonden. De Algemeen directeur heeft beëdigde een schikking aangeboden in de vorm van een geldboete van € 500,-. Beëdigde heeft deze schikking aanvaard. De gegevens van beëdigde zijn opgenomen in het tuchtrechtelijk register.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3982-AD

Vertrouwelijke gegevens uploaden; berisping

TRB-2019-3868-CB
Commissie van Beroep, 16 april 2019

Voortzetting van beslissing Tuchtcommissie van 19 december 2018.

Verweerder was in beroep gekomen van de beslissing van de Tuchtcommissie waarin aan hem aan hem een tijdelijk beroepsverbod was opgelegd.

De Commissie van Beroep oordeelt net als de Tuchtcommissie dat verweerder de bankierseed heeft overtreden door – kort samengevat – digitale informatie van de bank te uploaden naar zijn privé-omgeving. Dit levert misbruik van zijn functie op. Mede door zijn functie als Risk Manager wist verweerder en had hij moeten weten dat de informatie zeer gevoelig en vertrouwelijk was. De gedraging van verweerder valt hem zwaar aan te rekenen. Banken moeten erop kunnen vertrouwen dat hun medewerkers zich van dergelijk gedrag onthouden. De Commissie van Beroep acht gelet op diverse omstandigheden,  een beroepsverbod voor verweerder een te zware, disproportionele, sanctie. De Commissie van Beroep legt aan verweerder de maatregel van berisping op.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3868-CB.

Klantgegevens kopiëren en meenemen; beroepsverbod

TRB-2018-3866-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018 

Verweerder  heeft pensioengegevens van klanten van de bank gekopieerd op twee USB-sticks en meegenomen. Eén van deze USB-sticks is verweerder later binnen de bank kwijtgeraakt, waarna deze werd gevonden. Op deze USB-stick heeft verweerder ook een PowerPoint presentatie van de bank over pensioenen opgeslagen.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder vertrouwelijke klantgegevens zonder toestemming buiten de bank heeft gebracht. Verweerder had daarbij als doel om de gegevens eventueel te gebruiken ten behoeve van zichzelf en zijn bedrijf. Verweerder heeft hierdoor misbruik gemaakt van informatie van de bank waarover hij beschikking had. De klacht hierover is gegrond. De Tuchtcommissie kan niet vaststellen dat het kopiëren en het delen van de PowerPoint presentatie in strijd is geweest met de gedragscode en verklaart de klacht hierover ongegrond. Ten aanzien van de vraag welke maatregel passend is overweegt de Tuchtcommissie onder meer dat verweerder het klantbelang ernstig tekort heeft gedaan en dat het een geluk te noemen is dat de USB-stick binnen de bank is verloren en niet op een plaats buiten de bank. Het ongeoorloofd buiten de bank brengen van klantgegevens acht de Tuchtcommissie een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 9 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: TRB-2018-3866-TC

Vertrouwelijke gegevens uploaden; beroepsverbod

TRB-2018-3868-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018

Verweerder  heeft (met behulp van WeTransfer en GoogleDocs) circa twee gigabyte aan bankgegevens, zonder toestemming van de bank, buiten de bank gebracht.

Namens de Algemeen directeur is gesteld dat verweerder gevoelige en vertrouwelijk informatie buiten de bank heeft gebracht. Het betrof onder meer specifieke, concrete en belangrijke gegevens over de zakelijke risico’s van de bank.
Verweerder heeft aangevoerd dat hij geen kwade bedoelingen had en dat zijn handelen niet binnen de uitoefening van zijn functie als Risk Manager valt, zodat het niet onder het tuchtrecht valt.
De Tuchtcommissie volgt dit standpunt van verweerder niet. Voor overtreding van de gedragscode is niet vereist dat het handelen heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de functie. De gedragscode ziet op ‘de bankmedewerker’ en het handelen in die hoedanigheid. Verweerder beschikte uit hoofde van die hoedanigheid over de betreffende data waardoor zijn handelen met betrekking tot die data binnen het bereik van het tuchtrecht valt. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder misbruik heeft gemaakt van informatie van de bank waarover hij de beschikking had, door (een deel van) de gegevens te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze waren bestemd. Hierdoor heeft hij zijn eigen belang voor laten gaan boven het belang van de bank. De samenleving mag verwachten dat elke bankmedewerker integer met de informatie van de bank omgaat. Indien het deel van deze gegevens dat zag op de zakelijke risico’s van de bank in de openbaarheid zou zijn gekomen, dan zouden de gevolgen voor de bank en haar klanten zeer ernstig kunnen zijn geweest en zou aldus onrust in de samenleving omtrent de bank en de bancaire sector teweeg zijn gebracht. De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankierseed en de gedragscode door verweerder met voeten is getreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 12 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de beslissing van de Tuchtcommissie: TRB-2018-3868-TC

Tegen de beslissing werd beroep ingesteld, lees hier de beslissing in de beroepszaak.

Sepot – Indienen valse verzekeringsclaim

TRB-2018-3960-AD
Algemeen directeur, 13 november 2019

Op basis van onderzoek heeft de Algemeen directeur geconcludeerd dat beëdigde heeft meegewerkt aan het indienen van een valse verzekeringsclaim door een collega om daar financieel voordeel mee te behalen. Gelet op de bijzondere en persoonlijke omstandigheden zijn de gedragingen van beëdigde van onvoldoende ernst om verder tuchtrechtelijk ingrijpen te rechtvaardigen.

Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2018-3960-AD

Beroepsverbod van 18 maanden voor voormalig directievoorzitter

TRB-2018-3618-TC.
Tuchtcommissie, 31 oktober 2018

Verweerder was in dienst van de bank als directievoorzitter. Met verweerder is op 3 december 2005 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze vaststellingsovereenkomst hield een vertrekregeling in. Aan deze vaststellingsovereenkomst mocht verweerder geen uitvoering geven. Verweerder heeft voorzien in een alternatieve regeling voor zijn vertrek bij de bank. Ter uitvoering hiervan heeft verweerder onder meer een bedrag van € 1,5 miljoen doen overboeken naar een Stichting, waarvan hij enig bestuurder was. Verweerder zou zijn werkzaamheden voor de bank beëindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst en zou een dienstverband krijgen bij de Stichting. Deze overeenkomsten zijn niet tot stand gekomen. Het bedrag van € 1,5 miljoen is door de Stichting teruggeboekt naar de bank.

De tuchtcommissie stelt vast dat verweerder in samenspraak met de voorzitter van de Raad van Commissarissen stappen heeft gezet om een alternatieve invulling te geven aan de vaststellingsovereenkomst betreffende zijn vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie is van oordeel dat de wijze waarop verweerder uitvoering heeft gegeven aan de alternatieve regeling voor zijn vertrek materieel relevante gelijkenis vertoont met de niet goedgekeurde vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie concludeert dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig is omgegaan met betrokken belangen, in die zin dat hij overwegend voorrang heeft gegeven aan zijn eigen belang boven het belang van de bank. Het handelen van verweerder draagt niet bij aan het vertrouwen van de samenleving in het bankwezen. Verweerder heeft het beeld gecreëerd van een bankmedewerker die – zonder daarover open te zijn – tracht zichzelf via een omweg alsnog de oorspronkelijke (riante) vertrekregeling te doen toekomen. De tuchtcommissie overweegt dat, anders dan de Algemeen directeur heeft gesteld, niet is komen vast te staan dat verweerder wet- en regelgeving heeft geschonden. In de persoonlijke omstandigheden van verweerder ziet de tuchtcommissie aanleiding om de duur van het door de Algemeen directeur voorgestelde beroepsverbod (24 maanden) enigszins te matigen. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder wordt bij onherroepelijk worden van de beslissing opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2018-3618-TC