Beroepsverbod voor bankier die deel van erfenis verduisterde

Deel deze pagina

Een voormalige bankmedewerker die, samen met een collega, onrechtmatig overboekingen heeft goedgekeurd van een bankrekening op naam van erfgenamen, mag anderhalf jaar niet werkzaam zijn in de bancaire sector. De bankmedewerker heeft onterecht een bedrag van € 13.000 ontvangen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.

Van een collega ontving de bankmedewerker het verzoek om overboekingen goed te keuren dan wel in te voeren vanaf een rekening op naam van erfgenamen. Het ging om grote bedragen en de erfgenamen hadden hiervoor geen toestemming gegeven. Door de overboekingen van de ervenrekening kwam het geld op een rekening van een derde, die een bekende was van de bankmedewerker en zijn collega. Vanaf de rekening van deze derde ontving de bankmedewerker € 13.000. De bankmedewerker heeft erkend dat hij verkeerd heeft gehandeld door de onrechtmatige overboekingen niet te melden bij de bank. Ook heeft hij er spijt van dat hij is meegegaan met het plan van zijn collega om geld te verduisteren. De Tuchtcommissie beschouwt de verduistering van de forse bedragen als een ernstige schending van de gedragsregels van de Bankierseed.

Twee andere voormalige bankmedewerksters krijgen een beroepsverbod voor “rekeninggluren”. Zij keken zonder goede reden naar vertrouwelijke rekeninginformatie van familie, vrienden en collega’s. Toen de bank dit ontdekte, verloren zij hun baan. De Tuchtcommissie heeft bepaald dat zij een maand respectievelijk twee maanden niet in de bancaire sector mogen werken.

Het persbericht vind je hier.

De uitspraken: TRB-2022-4582-TC, TRB-2022-4652-TC en TRB-2022-4591-TC.

Tags
beroepsverbod
tuchtcommissie
verduistering