Levert het (ongeoorloofd) naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie van de bank een schending op van de Gedragscode verbonden aan de bankierseed?
Lees hieronder de samenvatting van de beslissing van de Algemeen directeur of klik op de link voor de volledige beslissing van de Algemeen directeur TRB-2024-4908-AD 14 juni 2024.
Uit de melding die is ingediend door de bank blijkt dat de bankmedewerker, ten tijde van zijn vertrek bij de bank, ongeoorloofd vertrouwelijke informatie naar buiten heeft gebracht. De bankmedewerker heeft kort voor het einde van zijn dienstverband bij de bank naast privédocumenten ook zakelijke documenten inclusief enkele klantgegevens vanuit zijn zakelijke e-mailaccount overgezet naar zijn privé-omgeving.
De bankmedewerker stelt zich op het standpunt dat zijn handelen weliswaar niet geheel correct is geweest maar dat er zich wel verzachtende omstandigheden voordeden. Zo stelt de bankmedewerker dat het gebruikelijk was om privébestanden in de zakelijke omgeving te hebben waardoor dit gemakkelijk door elkaar kon lopen. De betreffende stukken zijn volgens de bankmedewerker zonder slechte intentie meegekomen. De stukken zouden niet relevante en verouderde informatie bevatten die niet bruikbaar zijn voor zijn nieuwe functie bij een buitenlandse bank.
De Algemeen directeur stelt vast dat de bankmedewerker onzorgvuldig heeft gehandeld, hetgeen een schendig van (de gedragscode verbonden aan) de bankierseed oplevert (meer specifiek: gedragsregels 1, 4 en 5), hetgeen in beginsel grond is om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Op grond van hetgeen de bankmedewerker in zijn verweer naar voren heeft gebracht en omdat hij heeft onderkend en inzicht heeft getoond dat hij anders had behoren te handelen heeft de Algemeen directeur besloten een minnelijke schikking aan de bankmedewerker voor te leggen. Bij zijn overwegingen betrok de Algemeen directer nog dat de bank had aangeven de melding te willen intrekken. Intrekking van een melding is om formele redenen niet mogelijk waardoor niet aan het verzoek van de bank kon worden tegemoetgekomen.
Algemeen directeur heeft een minnelijke schikking voorgesteld inhoudende een geldboete van € 500,-De minnelijke schikking is geaccepteerd.