Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster

Deel deze pagina

Kern van de uitspraak

Bankmedewerkster is in tijdelijke dienst van de bank. Op haar bankrekening (bij een andere bank) heeft zij tweemaal geldbedragen afkomstig uit bankhelpdeskfraude ontvangen. De bank waar zij werkte ontdekte dit nadat een registratie van de bankmedewerkster in de Externe Verwijzing Applicatie (hierna: het EVA-register) werd vastgesteld. Het EVA-register is een gezamenlijk fraudepreventiesysteem van de Nederlandse Vereniging Banken en de Vereniging Financieringsonderneming in Nederland. De registratie bleek geplaatst te zijn bij de (andere) bank waar zijn bankierde. Uit onderzoek bleek vervolgens nog dat zij meermalen haar eigen rekening via de systemen van de bank heeft bekeken en ook eenmaal die van haar zoontje.

De bankmedewerkster heeft in het gesprek met de bank verklaard dat zij op de hoogte was van de frauduleuze bijschrijvingen op haar bankrekening bij de andere bank. Zij zou hier echter geen enkele betrokkenheid bij hebben gehad.

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4872-TC, 23 oktober 2024.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster de Gedragsregels bancaire sector heeft overtreden door twee keren onrechtmatig verkregen geldbedragen te ontvangen op haar privébankrekening bij een andere bank en deze gelden uit te geven, onder andere ter voldoening van een openstaande schuld van de bankmedewerkster op de rekening van een deurwaarder. De geldbedragen waren afkomstig van bankhelpdeskfraude. Daarnaast heeft de bankmedewerkster haar eigen rekeninggegevens en die van haar zoontje via het systeem van de bank geraadpleegd. Dit is in strijd met de binnen de bank geldende regels.

De bankmedewerkster heeft aldus haar bevoegdheden in verregaande mate misbruikt om haar eigen financiële problemen op te lossen en zichzelf te verrijken ten koste van anderen. Het spreekt voor zich dat dergelijk handelen volstrekt niet integer is en strijdig met de wet en de regels die gelden voor hen die werkzaam zijn bij een bank. Verder schaadt deze handelwijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers.

De tuchtcommissie acht het (schriftelijk) verweer van de bankmedewerkster ongeloofwaardig en stelt dat zij haar verklaring niet aannemelijk heeft weten te maken en is niet ter zitting verschenen om één en ander nader toe te lichten.

De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat regel 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseedverbonden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbod van een jaar op.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.