Inzage in kredietdossier (beroep)

TRB-2018-3593-CB
Commissie van Beroep, 3 mei 2018

Vervolg op beslissing TC d.d. 20 december 2017 (TRB-2017-3593-TC). Meldster heeft verweerder herhaaldelijk verzocht om inzage in stukken uit haar kredietdossier. De Tuchtcommissie Banken heeft de klacht gegrond verklaard en verweerder de maatregel van berisping opgelegd. De Commissie van Beroep Banken oordeelt dat verweerder het belang van meldster als klant van de bank niet centraal heeft gesteld door de verzoeken onbeantwoord te laten of te hebben beantwoord met een onjuiste mededeling. Gelet op bijkomende omstandigheden komt de commissie van beroep tot de slotsom dat er ondanks de ernst van het verwijt geen voldoende reden is om aan verweerder een maatregel op te leggen.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2018-3953-CB

Privé-handelen onder bankierseed

TRB-2017-3536-CB
Commissie van Beroep, 15 maart 2017

Vervolg op beslissing van 30 november 2016, waarin de Tuchtcommissie klager niet-ontvankelijk verklaart omdat het privé-handelen van verweerder niet onder de reikwijdte van de bankierseed zou vallen. De Commissie van Beroep vernietigt de beslissing van de Tuchtcommissie en verklaart de klacht gegrond (zonder oplegging van maatregel).

Verweerder heeft een geldbedrag, afkomstig van een klant van de bank en waarvan hij wist dat dit niet voor hem bestemd was, op zijn bankrekening ontvangen en overgemaakt op andere rekeningen van hemzelf. Verweerder heeft exact de helft van het bedrag aan zijn toenmalige vriendin overgemaakt. De Commissie van Beroep acht deze handelwijze van verweerder niet integer en zorgvuldig. Bovendien weigert verweerder om op bepaalde vragen antwoord te geven. Hoewel hem dit vrij staat, trekt de Commissie van Beroep  hieruit de conclusie dat verweerder en zijn toenmalige vriendin hebben samengespannen om het geld voor zichzelf te behouden.

Hoewel het gaat om gedragingen die zich in hoofdzaak buiten de eigenlijke uitoefening van verweerders functie hebben afgespeeld, acht de Commissie van Beroep de gedragingen in strijd met de bankierseed, omdat de gedragingen enkele raakvlakken hebben gehad met de bank. Bovendien heeft verweerder – ook tijdens intern onderzoek van de bank naar zijn handelen – geweigerd antwoord te geven op vragen over zijn handelen.

De Commissie van Beroep overweegt dat bankmedewerkers ook in hun persoonlijke betalingsverkeer, in hun ‘omgang met geld van een ander’ integer en zorgvuldig dienen te zijn. Als een bankmedewerker hieraan niet voldoet, zouden klanten contact met hem mijden. Daarbij is van belang dat verweerder de bank niet heeft geïnformeerd over dat wat zij over de achtergrond van zijn handelen wilde weten.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2017-3536-CB
Download hier de uitspraak van de Tuchtcommissie: TRB-2016-3536-TC