Vergoeding kosten advocaat, niet persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar

Deel deze pagina

TRB-2018-3948-AD en TRB-2018-3948-HV
Algemeen directeur, 12 juni 2018
Voorzitter Tuchtcommissie, 11 september 2018

De melder stelt dat de bankmedewerker hem had moeten wijzen op de kosten van de ingeschakelde advocaat en direct tegen de advocaat had moeten vertellen dat alleen melder de opdrachtovereenkomst met de advocaat zou moeten tekenen, en niet melder en diens zoon.

De Algemeen Directeur heeft besloten geen klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Er is niet gebleken dat de bankmedewerker een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie onderschrijft de beslissing van de Algemeen Directeur en merkt op dat geen redenen zijn om aan te nemen dat de door de bankmedewerker geboden oplossingen niet zorgvuldig zouden zijn geweest. Het herzieningsverzoek wordt afgewezen.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3948 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3948 herzieningsbeslissing

Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF