Inzage in kredietdossier I

Deel deze pagina

TRB-2017-3551. 

Vervolg op herzieningsbeslissing d.d. 4 oktober 2016 (TRB-2016-3551H). De in de klacht omschreven gedragingen hebben betrekking op het handelen van verweerder naar aanleiding van herhaalde verzoeken van de meldster bij de bank om afschriften van stukken uit haar kredietdossier. Verweerder heeft telkens op een adequate en passende wijze gereageerd op de verzoeken van meldster. Verweerder heeft in reactie op de verzoeken uitvoerige brieven verstuurd. Deze brieven zijn op een zorgvuldige wijze tot stand gekomen. De brieven zijn bovendien telkens door verweerder en een collega ondertekend. Dat deze brieven de door meldster verzochte informatie niet bevatte betekent op zichzelf niet dat het daardoor ontstane geschil een tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen aan de zijde van verweerder oplevert. Verweerder heeft aan meldster bovendien kenbaar heeft gemaakt wat zij kon doen als zij het niet eens was met het standpunt van de bank. Verweerder heeft daarnaast voldoende moeite gedaan om de vragen van meldster te beantwoorden en om de verzochte stukken te kunnen verstrekken. De Tuchtcommissie overweegt voorts dat de Handreiking Bijzonder Beheer niet de verplichting voor de bank oplevert om alle stukken waarom wordt verzocht te verstrekken. Gelet hierop heeft verweerder niet gehandeld in strijd met de Gedragsregels en wordt de klacht ongegrond verklaard.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3551

Download volledige uitspraak .PDF