Handelwijze van de bank als instelling – sepot

Deel deze pagina

TRB-2017-3653

De bank heeft besloten gebruik te maken van haar bevoegdheid om conform haar beleid een door een beschikkingsonbevoegde of handelingsonbekwame persoon gegeven opdracht ongedaan te maken en op welke wijze dit met de betrokkene wordt gecommuniceerd. De Algemeen Directeur is van oordeel dat dit niet ziet op de persoonlijke handelwijze van beëdigde, maar op de handelwijze van bank als instelling. Het verschil van mening tussen melder en de bank over het gebruik van deze bevoegdheid en de communicatie hieromtrent is een civielrechtelijk conflict. Verder is het besluit het dossier van melder naar een andere bankvestiging te sturen, naar het oordeel van de Algemeen Directeur geen persoonlijke aangelegenheid van beëdigde en kan er geen sprake zijn van een tuchtrechtelijk verwijt. Tot slot is het verzoek van melder tot inzage in zijn persoonlijke dossier geweigerd op grond van het beleid van de bank. De Algemeen Directeur is van oordeel dat ook dit aspect van de melding op gedragingen van de bank ziet en niet op de persoonlijke handelwijze van beëdigde. De Algemeen Directeur legt, alles afwegende, de kwestie niet voor aan de Tuchtcommissie Banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3653

Download volledige uitspraak .PDF