Zelfverrijking door bankmedewerker Gepost op 5 juni 2025 te 16:49.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerker heeft via het bestelplatform van de bank -dat uitsluitend voor werk-gerelateerde doeleinden gebruikt mag worden- diverse cadeauartikelen besteld ter waarde van ruim € 3.000,-. Daarmee heeft hij oneigenlijk gebruik gemaakt van het bestelplatform en zichzelf verrijkt. De bank heeft een melding ingediend bij Tuchtrecht Banken. Ook heeft de bank de persoonsgegevens van de bankmedewerker opgenomen in het Externe Verwijzingsregister en het Incidentenregister voor de maximale duur van 8 jaren en strafrechtelijk aangifte gedaan. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor volledige uitspraak TRB-2024-4890-TC, 24 december 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker de gedragsregels heeft overtreden doordat hij ten gunste van zichzelf oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van het bestelplatform van de bank. Door dit handelen heeft de bankmedewerker zich niet aan de wet, en niet aan de binnen de bank geldende regels gehouden. Ook heeft hij zich en zich niet integer en zorgvuldig gedragen. Naar het oordeel van de Tuchtcommissie Banken heeft de bankmedewerker dan ook de gedragsregel 1 (niet integer en zorgvuldig gedragen) en gedragsregel 4 (niet gehouden aan de wet en de binnen de bank geldende regels gehouden) de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector geschonden. De Tuchtcommissie Banken legt een beroepsverbod van een jaar op, waarmee de tuchtcommissie het voorstel van de Algemeen directeur volgt. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Strafrechtelijk verleden verzwegen Gepost op 5 juni 2025 te 16:48.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft bij het invullen van de ‘Eigen verklaring inzake screening bij indiensttreding’ niet vermeld dat zij in de periode van vijf jaar voorafgaande aan de ondertekening van de ‘Eigen Verklaring inzake screening bij indiensttreding’ strafrechtelijk is veroordeeld. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor volledige uitspraak TRB-2024-4948, 24 december 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de bankmedewerkster, gelet op haar strafrechtelijke veroordeling op Aruba, de ‘Eigen verklaring inzake screening bij indiensttreding’ tot twee keer toe onjuist heeft ingevuld. Met haar handelen heeft de bankmedewerkster een onjuist beeld gewekt bij de bank over haar justitiële documentatie en voor de beoordeling van haar integriteit relevante feiten. Naar het oordeel van de tuchtcommissie heeft de bankmedewerkster niet integer en zorgvuldig gehandeld en daarmee de gedragsregels 1 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode geschonden. Ook heeft zij houdt zich niet gehouden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank, waarmee gedragsregel 4 is geschonden. De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerkster een beroepsverbod van zes maanden op, hiermee volgt de tuchtcommissie het voorstel van de Algemeen directeur. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken De Tuchtcommissie Banken heeft zich eerder geoordeeld over bankmedewerker die de “Eigen verklaring inzake screening bij indiensttreding’ niet correct hebben ingevuld. Vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak: Strafrechtelijk verleden verzwegen bij aanstelling, TRB-2024-4844-TC.
(Schijn van) belangenverstrengeling, niet gemelde nevenactiviteiten Gepost op 5 juni 2025 te 16:48.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerker, eventmanager bij de bank, heeft voor het faciliteren van events van de bank zaken gedaan met een onderneming waarbij hij rechtstreeks economisch belang had. Ook was de bankmedewerker betrokken bij de fiattering van de facturen die in feite door hemzelf bij de bank werden ingediend. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2025-4991-TC, 23 april 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken overweegt dat in de (gedrags)regels van de bank verschillende bepalingen zijn opgenomen om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen. Deze regels van de bank schrijven onder meer voor dat nevenfuncties vooraf ter goedkeuring dienen te worden voorgelegd. Ook moeten de nevenactiviteiten worden geregistreerd in het daarvoor bestemde registratiesysteem van de bank. De stelling van de bankmedewerker dat hij mondeling goedkeuring heeft gekregen van zijn toenmalige leidinggevende vindt geen steun in het dossier, aldus de tuchtcommissie en neemt voorgenoemde plicht voor bankmedewerkers niet weg. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker door het niet registeren van zijn nevenfuncties in het registratiesysteem van de bank in strijd met de binnen de bank geldende regels heeft gehandeld. De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de bankmedewerker de navolgende gedragsregels uit de Gedragscode verbonden aan de bankierseed heeft geschonden 1. De bankmedewerker werkt integer en zorgvuldig. 4. De bankmedewerker houdt zich aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden. 7. De bankmedewerker draagt bij aan het vertrouwen van de samenleving in de bank De Tuchtcommissie Banken betrekt in haar beoordeling dat de bankmedewerker zaken heeft gedaan met een onderneming waar hij rechtstreeks economisch belang bij had. En dat de bankmedewerker betrokken was bij de fiattering van de facturen die in feite door hemzelf bij de bank zijn ingediend. Dit tezamen, zo stelt de Tuchtcommissie Banken veroorzaakt (op zijn minst de schijn van) belangenverstrengeling ten behoeve van eigen financieel gewin. De bankmedewerker heeft met bovengenoemde gedragingen de bankierseed in ernstige mate geschonden. De tuchtcommissie kwalificeert het handelen van de bankmedewerker als ernstig verwijtbaar en niet integer. De tuchtcommissie is met klager van oordeel dat in deze zaak als op t leggen tuchtrechtelijke maatregel een beroepsverbod zonder meer passend is. Nu de bankmedewerker door zijn handelen op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt, heeft hij tevens het vertrouwen in de financiële sector op ernstige wijze geschaad. Met betrekking tot de duur van het beroepsverbod houdt de tuchtcommissie rekening met het feit dat de bankmedewerker reeds negatieve gevolgen heeft ondervonden van zijn handelen. Zo is de bankmedewerker zijn baan kwijt geraakt, heeft de zaak een behoorlijke negatieve impact gehad op zijn leven. Daarnaast kan de tuchtcommissie zich voorstellen dat bij de bankmedewerker het gevoel bestaat dat hij door zijn voormalige collega’s en/of leidinggevende “voor de bus is gegooid”. De Tuchtcommissie Banken legt een beroepsverbod van twaalf maanden op. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Niet doelbewust buiten de bank brengen van gegevens Gepost op 8 mei 2025 te 12:54.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Uit een onderzoek van de bank is gebleken dat in de periode tussen 1 december 2022 en 1 januari 2023 de bankmedewerkster in totaal 2027 bestanden vanaf haar zakelijke laptop heeft gekopieerd naar een externe harde schijf. Tussen deze bestanden bevonden zich bedrijfsgevoelige informatie van zakelijke klanten van de bank, interne vertrouwelijke documenten van de bank en HR gerelateerde documenten van andere medewerkers van de bank. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2024-4960-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De bankmedewerkster heeft zowel bij de bank als in het gesprek met klager verklaard dat zij slechts haar persoonlijke documenten wenste veilig te stellen en om die reden een gehele folder genaamd ‘My Documents’ heeft gekopieerd naar een externe harde schijf. Zij realiseerde zich niet dat dat zij hiermee ruim 2000 bestanden, waaronder persoonsgegevens van medewerkers van de bank en vertrouwelijke stukken van de bank alsmede van haar klanten, buiten de beveiligde omgeving van de bank bracht. Zij heeft benadrukt dat zij nimmer kwade bedoelingen heeft gehad en dat het een onhandige handeling is geweest. De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de bankmedewerkster de bankierseed heeft geschonden. Door bestanden vanaf haar werklaptop naar een externe schijf te kopiëren. heeft zij vertrouwelijke informatie van de bank buiten de omgeving van de bank gebracht. Dit handelen is niet alleen niet integer en niet zorgvuldig, maar ook in strijd met de regels waaraan de bankmedewerkster zich diende te houden. Meer specifiek heeft zij de gedragsregel 1, 4, 5 en 7 geschonden. De in het klachtrapport ook genoemde gedragsregels 2 en 6 acht de tuchtcommissie niet geschonden. Gelet op de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval acht de Tuchtcommissie Banken een beroepsverbod niet passend. In het voordeel van de bankmedewerkster weegt de tuchtcommissie mee dat zij het kwalijke van haar handelen inziet en oprecht spijt heeft betuigd. De tuchtcommissie neemt van de bankmedewerkster aan dat zij niet wist dat zij ook vertrouwelijke informatie van de bank naar een externe schijf had gekopieerd. Zij heeft onzorgvuldig gehandeld maar niet doelbewust de vertrouwelijke gegevens buiten de beveiligde omgeving van de bank willen brengen. De Tuchtcommissie Banken heeft in deze tuchtprocedure direct na de mondelinge behandeling ter zitting op 11 september 2024 mondeling uitspraak gedaan. De tuchtcommissie heeft als maatregel een berisping aan de bankmedewerkster opgelegd. De uitspraak is op 23 oktober 2024 aan partijen toegezonden.
Raadplegen rekeninggegevens en stalken klant van de bank Gepost op 8 mei 2025 te 12:45.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bank heeft een melding ingediend over het zonder zakelijke reden raadplegen van rekeninggegevens door een oud bankmedewerkster, die in tijdelijk dienst werkzaam was voor de bank. De melding volgde op een onderzoek na een bij de bank binnengekomen klacht van een klant van de bank. Uit het onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerkster meerdere rekeningen heeft bekeken en de informatie onder meer heeft gebruikt om een klant, haar voormalig advocaat, te volgen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2024-4891-TC, 20 november 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt het navolgende vast: de bankmedewerkster heeft de onderzoeksbevindingen die betrekking hebben op de raadplegingen zonder zakelijke aanleiding erkend. Verder heeft zij tijdens het gesprek met de bank aangegeven dat zij ten tijde van de raadplegingen zware persoonlijke omstandigheden speelden in verband met een recente echtscheiding en uithuisplaatsing van haar kinderen. Daarnaast heeft zij aangegeven de raadplegingen te hebben gedaan uit willekeur en verveling. Over de ingediende klacht bij de bank, waarmee het onderzoek naar de bankmedewerkster is aangevangen, deelt zij mede dat dit de advocaat betreft die haar bijstond inzake de uithuisplaatsing van haar kinderen. De Tuchtcommissie Banken overweegt ook in deze uitspraak dat de bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens moet dan ook als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voorts overweegt de Tuchtcommissie Banken dat de bankmedewerkster de uit de raadplegingen verkregen informatie heeft gebruikt om een klant van de bank in privé (op ongewenste wijze) te benaderen. Daarmee heeft zij evident niet bijgedragen van het vertrouwen van de samenleving in de bank. En bovendien stelt de Tuchtcommissie Banken is de bankmedewerkster niet open en eerlijk geweest over haar gedrag. Uit het gesprek van de bankmedewerkster met de bank volgt immers dat zij niet volledig openheid van zaken heeft gegeven en het kwalijke van haar handelen onvoldoende lijkt in te zien. De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4, 6, en 7 heeft geschonden. De door de Algemeen directeur voorgestelde maatregel, een beroepsverbod voor de duur van acht maanden wordt door de tuchtcommissie te licht bevonden. De Tuchtcommissie Banken legt een beroepsverbod op voor de duur van twaalf maanden. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster Gepost op 8 mei 2025 te 11:51.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft rekeninggegevens van bankklanten doorgespeeld. Zij wisselde raadplegingen met een zakelijk doel af met raadplegingen zonder een zakelijke aanleiding en/of toestemming van de klant van de bank. De bankmedewerkster heeft de verwijten erkend een aangegeven dat zij niet precies wist wát er met de gegevens van de klanten van de bank gedaan zou worden en wat daarvan de gevolgen zouden kunnen zijn. Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van drie jaren op te leggen Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2024-4879-TC van 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4, 5, 6 en 7 heeft overtreden doordat zij rekeninggegevens van klanten van de bank heeft geraadpleegd, zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Voorts heeft de bankmedewerkster de bankgegevens van de klanten van de bank gedeeld met derden teneinde bankhelpdeskfraude mogelijk te maken. Dat de bankmedewerkster zich aan dit handelen schuldig heeft gemaakt, staat niet ter discussie; zij heeft dit erkend. De bankmedewerkster heeft allesbehalve integer gehandeld. De tuchtcommissie is van oordeel dat er sprake is van een zeer ernstige schending van de bankierseed, vooral vanwege het feit dat de bankmedewerkster, door het delen van de vertrouwelijke gegevens van de klanten van de bank, ook betrokken is geweest bij bankhelpdeskfraude, waarvan veel klanten van de bank slachtoffer zijn geworden. De Tuchtcommissie Banken verklaart de klacht gegrond en ziet maar één passende maatregel, te weten een beroepsverbod voor de (maximale) duur van drie jaar. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Onbevoegd handelen: zeer ernstige schending bankierseed Gepost op 8 mei 2025 te 11:32.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Uit onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker meerdere keren buiten zijn bevoegdheden is getreden. In verweer geeft de bankmedewerker aan dat voor wat betreft de gestelde bevoegdheidsoverschrijding dat hij sinds zijn indiensttreding bij de bank in 2002 diverse bevoegdheden had welke nadien vanwege reorganisaties zijn beperkt. Daarbij werd de rol van zijn functie ingeperkt tot het begeleiden en leveren van input, met welke veranderingen de bankmedewerker moeite had. Dit omdat de bankmedewerker zijn functie al lange tijd vervulde, hij een goede en langdurige verstandhouding met zijn klanten had en door de veranderingen een verschuiving in de wederzijdse verwachtingen tussen de bankmedewerker en zijn klanten optrad. Lees hieronder de samenvatting of klik op de link voor de volledige uitspraak: Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4871-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan de binnen de bank geldende bevoegheidsmatrix. Zo heeft hij onbevoegd een financieringsofferte uitgebracht, kende hij zelfstandig coulancevergoedingen en verleende hij, zonder daartoe bevoegd te zijn, de vrijgave van een borgtocht. De tuchtcommissie overweegt dat het herhaaldelijk onbevoegd handelen namens de bank op zichzelf reeds een zeer ernstige schending van de bankierseed oplevert. Dit mede vanwege het feit dat dit ernstige gevolgen kan hebben voor zowel de bank als de betrokken klant(en). Reeds daarom is de tuchtcommissie van oordeel dat een beroepsverbod van aanzienlijke duur op zijn plaats is. De tuchtcommissie rekent de bankmedewerker aan dat hij onvoldoende heeft laten blijken het kwalijke van zijn handelen in te zien. Al met al concludeert de tuchtcommissie dat de in de Klacht voorgestelde maatregel van zes (6) maanden beroepsverbod geen recht doet aan de ernst van de overtredingen. Aan de bankmedewerker wordt een zwaardere maatregel opgelegd, te weten een beroepsverbod van negen (9) maanden. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Rekeninggluren uit nieuwsgerigheid Gepost op 7 mei 2025 te 14:22.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft van een elftal bekenden de rekeninggegevens bekeken zonder dat daartoe een zakelijk aanleiding was. Voorts heeft zij via de banksystemen haar eigen bankzaken geregeld. In haar toelichting geeft de bankmedewerkster aan dat zij de rekeninggegevens uit nieuwsgierigheid maar ook uit verveling en uit persoonlijk belang heeft bekeken. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of lees in de link de volledige uitspraak TRB-2024-4951-TC van 20 november 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster in strijd met de Gedragscode verbonden aan de bankierseed heeft gehandeld. De bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) geven veel informatie prijs over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is dan ook niet zorgvuldig en moet als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voor het doen van eigen bankzaken via de systemen van de bank geldt dat dit evenmin zorgvuldig is. De tuchtcommissie overweegt dat voornoemd handelen door de bankmedewerkster als een ernstige schending van de bankierseed moet worden aangemerkt. Bij de vaststelling van de maatregel betrekt de Tuchtcommissie Banken dat de bankmedewerkster oprecht berouw en inzicht lijkt te hebben getoond in het laakbare van haar handelen en dat haar opdracht bij de bank is beëindigd. Alles afwegende is de tuchtcommissie van oordeel dat in het Klachtrapport een passend voorstel is gedaan zodat daarbij zal worden aangesloten. De Tuchtcommissie oordeelt dat regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verboden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbond voor de duur van drie maanden op.
Rekeninggluren uit pure verveling Gepost op 7 mei 2025 te 14:07.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerker heeft tijdens zijn periode dat hij aan het re-integreren was zonder zakelijke aanleiding rekeningen van bekenden bekeken. Daarnaast heeft hij de systemen van de bank gebruikt om zijn eigen bankzaken te regelen. Op de zitting bij de Tuchtcommissie Banken heeft hij toegelicht dat hij in die periode boventallig was verklaard en dat de raadplegingen uit pure verveling plaatsvonden. Verder geeft hij aan door de bank te zijn berispt en beboet. Deze boete hield in de inhouding van een half maandsalaris. De Klager is van oordeel dat regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode zijn geschonden en stelt voor de bankmedewerker een berisping op te leggen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2025-4867, 22 januari 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken overweegt dat de bankmedewerker met zijn gedragingen in strijd met de Gedragscode verbonden aan de bankierseed heeft gehandeld. De bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) geven veel informatie prijs over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is dan ook niet zorgvuldig en moet als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voor het doen van eigen bankzaken via de systemen van de bank geldt dat dit evenmin zorgvuldig is. Hiermee heeft hij regel 1 en 4 van de Gedragscode verbonden aan de bankierseed geschonden. De Tuchtcommissie Banken overweegt dat het handelen door de bankmedewerker als een ernstige schending van de bankierseed moet worden aangemerkt. Daarbij rekent de tuchtcommissie het de bankmedewerker aan dat hij dit niet enkel uit nieuwsgierigheid heeft gedaan, zoals hij ter zitting heeft verklaard, maar tevens het doel heeft gehad om deze informatie te delen dan wel daarvan te profiteren, zoals blijkt uit het onderzoeksrapport van de bank. Deze omstandigheden maken naar het oordeel van de Tuchtcommissie Banken dat het voorstel van Klager om een berisping op te leggen onvoldoende recht doet aan de ernst van het handelen van de bankmedewerker. De Tuchtcommissie banken legt een beroepsverbod op voor de duur van drie maanden. De naam van bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster Gepost op 7 mei 2025 te 11:32.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerkster is in tijdelijke dienst van de bank. Op haar bankrekening (bij een andere bank) heeft zij tweemaal geldbedragen afkomstig uit bankhelpdeskfraude ontvangen. De bank waar zij werkte ontdekte dit nadat een registratie van de bankmedewerkster in de Externe Verwijzing Applicatie (hierna: het EVA-register) werd vastgesteld. Het EVA-register is een gezamenlijk fraudepreventiesysteem van de Nederlandse Vereniging Banken en de Vereniging Financieringsonderneming in Nederland. De registratie bleek geplaatst te zijn bij de (andere) bank waar zijn bankierde. Uit onderzoek bleek vervolgens nog dat zij meermalen haar eigen rekening via de systemen van de bank heeft bekeken en ook eenmaal die van haar zoontje. De bankmedewerkster heeft in het gesprek met de bank verklaard dat zij op de hoogte was van de frauduleuze bijschrijvingen op haar bankrekening bij de andere bank. Zij zou hier echter geen enkele betrokkenheid bij hebben gehad. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4872-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster de Gedragsregels bancaire sector heeft overtreden door twee keren onrechtmatig verkregen geldbedragen te ontvangen op haar privébankrekening bij een andere bank en deze gelden uit te geven, onder andere ter voldoening van een openstaande schuld van de bankmedewerkster op de rekening van een deurwaarder. De geldbedragen waren afkomstig van bankhelpdeskfraude. Daarnaast heeft de bankmedewerkster haar eigen rekeninggegevens en die van haar zoontje via het systeem van de bank geraadpleegd. Dit is in strijd met de binnen de bank geldende regels. De bankmedewerkster heeft aldus haar bevoegdheden in verregaande mate misbruikt om haar eigen financiële problemen op te lossen en zichzelf te verrijken ten koste van anderen. Het spreekt voor zich dat dergelijk handelen volstrekt niet integer is en strijdig met de wet en de regels die gelden voor hen die werkzaam zijn bij een bank. Verder schaadt deze handelwijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers. De tuchtcommissie acht het (schriftelijk) verweer van de bankmedewerkster ongeloofwaardig en stelt dat zij haar verklaring niet aannemelijk heeft weten te maken en is niet ter zitting verschenen om één en ander nader toe te lichten. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat regel 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseedverbonden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbod van een jaar op. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.