Raadplegen rekeninggegevens en stalken klant van de bank Gepost op 8 mei 2025 te 12:45.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bank heeft een melding ingediend over het zonder zakelijke reden raadplegen van rekeninggegevens door een oud bankmedewerkster, die in tijdelijk dienst werkzaam was voor de bank. De melding volgde op een onderzoek na een bij de bank binnengekomen klacht van een klant van de bank. Uit het onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerkster meerdere rekeningen heeft bekeken en de informatie onder meer heeft gebruikt om een klant, haar voormalig advocaat, te volgen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2024-4891-TC, 20 november 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt het navolgende vast: de bankmedewerkster heeft de onderzoeksbevindingen die betrekking hebben op de raadplegingen zonder zakelijke aanleiding erkend. Verder heeft zij tijdens het gesprek met de bank aangegeven dat zij ten tijde van de raadplegingen zware persoonlijke omstandigheden speelden in verband met een recente echtscheiding en uithuisplaatsing van haar kinderen. Daarnaast heeft zij aangegeven de raadplegingen te hebben gedaan uit willekeur en verveling. Over de ingediende klacht bij de bank, waarmee het onderzoek naar de bankmedewerkster is aangevangen, deelt zij mede dat dit de advocaat betreft die haar bijstond inzake de uithuisplaatsing van haar kinderen. De Tuchtcommissie Banken overweegt ook in deze uitspraak dat de bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens moet dan ook als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voorts overweegt de Tuchtcommissie Banken dat de bankmedewerkster de uit de raadplegingen verkregen informatie heeft gebruikt om een klant van de bank in privé (op ongewenste wijze) te benaderen. Daarmee heeft zij evident niet bijgedragen van het vertrouwen van de samenleving in de bank. En bovendien stelt de Tuchtcommissie Banken is de bankmedewerkster niet open en eerlijk geweest over haar gedrag. Uit het gesprek van de bankmedewerkster met de bank volgt immers dat zij niet volledig openheid van zaken heeft gegeven en het kwalijke van haar handelen onvoldoende lijkt in te zien. De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4, 6, en 7 heeft geschonden. De door de Algemeen directeur voorgestelde maatregel, een beroepsverbod voor de duur van acht maanden wordt door de tuchtcommissie te licht bevonden. De Tuchtcommissie Banken legt een beroepsverbod op voor de duur van twaalf maanden. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster Gepost op 8 mei 2025 te 11:51.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft rekeninggegevens van bankklanten doorgespeeld. Zij wisselde raadplegingen met een zakelijk doel af met raadplegingen zonder een zakelijke aanleiding en/of toestemming van de klant van de bank. De bankmedewerkster heeft de verwijten erkend een aangegeven dat zij niet precies wist wát er met de gegevens van de klanten van de bank gedaan zou worden en wat daarvan de gevolgen zouden kunnen zijn. Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van drie jaren op te leggen Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2024-4879-TC van 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4, 5, 6 en 7 heeft overtreden doordat zij rekeninggegevens van klanten van de bank heeft geraadpleegd, zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Voorts heeft de bankmedewerkster de bankgegevens van de klanten van de bank gedeeld met derden teneinde bankhelpdeskfraude mogelijk te maken. Dat de bankmedewerkster zich aan dit handelen schuldig heeft gemaakt, staat niet ter discussie; zij heeft dit erkend. De bankmedewerkster heeft allesbehalve integer gehandeld. De tuchtcommissie is van oordeel dat er sprake is van een zeer ernstige schending van de bankierseed, vooral vanwege het feit dat de bankmedewerkster, door het delen van de vertrouwelijke gegevens van de klanten van de bank, ook betrokken is geweest bij bankhelpdeskfraude, waarvan veel klanten van de bank slachtoffer zijn geworden. De Tuchtcommissie Banken verklaart de klacht gegrond en ziet maar één passende maatregel, te weten een beroepsverbod voor de (maximale) duur van drie jaar. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Onbevoegd handelen: zeer ernstige schending bankierseed Gepost op 8 mei 2025 te 11:32.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Uit onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker meerdere keren buiten zijn bevoegdheden is getreden. In verweer geeft de bankmedewerker aan dat voor wat betreft de gestelde bevoegdheidsoverschrijding dat hij sinds zijn indiensttreding bij de bank in 2002 diverse bevoegdheden had welke nadien vanwege reorganisaties zijn beperkt. Daarbij werd de rol van zijn functie ingeperkt tot het begeleiden en leveren van input, met welke veranderingen de bankmedewerker moeite had. Dit omdat de bankmedewerker zijn functie al lange tijd vervulde, hij een goede en langdurige verstandhouding met zijn klanten had en door de veranderingen een verschuiving in de wederzijdse verwachtingen tussen de bankmedewerker en zijn klanten optrad. Lees hieronder de samenvatting of klik op de link voor de volledige uitspraak: Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4871-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan de binnen de bank geldende bevoegheidsmatrix. Zo heeft hij onbevoegd een financieringsofferte uitgebracht, kende hij zelfstandig coulancevergoedingen en verleende hij, zonder daartoe bevoegd te zijn, de vrijgave van een borgtocht. De tuchtcommissie overweegt dat het herhaaldelijk onbevoegd handelen namens de bank op zichzelf reeds een zeer ernstige schending van de bankierseed oplevert. Dit mede vanwege het feit dat dit ernstige gevolgen kan hebben voor zowel de bank als de betrokken klant(en). Reeds daarom is de tuchtcommissie van oordeel dat een beroepsverbod van aanzienlijke duur op zijn plaats is. De tuchtcommissie rekent de bankmedewerker aan dat hij onvoldoende heeft laten blijken het kwalijke van zijn handelen in te zien. Al met al concludeert de tuchtcommissie dat de in de Klacht voorgestelde maatregel van zes (6) maanden beroepsverbod geen recht doet aan de ernst van de overtredingen. Aan de bankmedewerker wordt een zwaardere maatregel opgelegd, te weten een beroepsverbod van negen (9) maanden. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Rekeninggluren uit nieuwsgerigheid Gepost op 7 mei 2025 te 14:22.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft van een elftal bekenden de rekeninggegevens bekeken zonder dat daartoe een zakelijk aanleiding was. Voorts heeft zij via de banksystemen haar eigen bankzaken geregeld. In haar toelichting geeft de bankmedewerkster aan dat zij de rekeninggegevens uit nieuwsgierigheid maar ook uit verveling en uit persoonlijk belang heeft bekeken. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of lees in de link de volledige uitspraak TRB-2024-4951-TC van 20 november 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster in strijd met de Gedragscode verbonden aan de bankierseed heeft gehandeld. De bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) geven veel informatie prijs over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is dan ook niet zorgvuldig en moet als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voor het doen van eigen bankzaken via de systemen van de bank geldt dat dit evenmin zorgvuldig is. De tuchtcommissie overweegt dat voornoemd handelen door de bankmedewerkster als een ernstige schending van de bankierseed moet worden aangemerkt. Bij de vaststelling van de maatregel betrekt de Tuchtcommissie Banken dat de bankmedewerkster oprecht berouw en inzicht lijkt te hebben getoond in het laakbare van haar handelen en dat haar opdracht bij de bank is beëindigd. Alles afwegende is de tuchtcommissie van oordeel dat in het Klachtrapport een passend voorstel is gedaan zodat daarbij zal worden aangesloten. De Tuchtcommissie oordeelt dat regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verboden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbond voor de duur van drie maanden op.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster Gepost op 7 mei 2025 te 11:32.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerkster is in tijdelijke dienst van de bank. Op haar bankrekening (bij een andere bank) heeft zij tweemaal geldbedragen afkomstig uit bankhelpdeskfraude ontvangen. De bank waar zij werkte ontdekte dit nadat een registratie van de bankmedewerkster in de Externe Verwijzing Applicatie (hierna: het EVA-register) werd vastgesteld. Het EVA-register is een gezamenlijk fraudepreventiesysteem van de Nederlandse Vereniging Banken en de Vereniging Financieringsonderneming in Nederland. De registratie bleek geplaatst te zijn bij de (andere) bank waar zijn bankierde. Uit onderzoek bleek vervolgens nog dat zij meermalen haar eigen rekening via de systemen van de bank heeft bekeken en ook eenmaal die van haar zoontje. De bankmedewerkster heeft in het gesprek met de bank verklaard dat zij op de hoogte was van de frauduleuze bijschrijvingen op haar bankrekening bij de andere bank. Zij zou hier echter geen enkele betrokkenheid bij hebben gehad. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4872-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster de Gedragsregels bancaire sector heeft overtreden door twee keren onrechtmatig verkregen geldbedragen te ontvangen op haar privébankrekening bij een andere bank en deze gelden uit te geven, onder andere ter voldoening van een openstaande schuld van de bankmedewerkster op de rekening van een deurwaarder. De geldbedragen waren afkomstig van bankhelpdeskfraude. Daarnaast heeft de bankmedewerkster haar eigen rekeninggegevens en die van haar zoontje via het systeem van de bank geraadpleegd. Dit is in strijd met de binnen de bank geldende regels. De bankmedewerkster heeft aldus haar bevoegdheden in verregaande mate misbruikt om haar eigen financiële problemen op te lossen en zichzelf te verrijken ten koste van anderen. Het spreekt voor zich dat dergelijk handelen volstrekt niet integer is en strijdig met de wet en de regels die gelden voor hen die werkzaam zijn bij een bank. Verder schaadt deze handelwijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers. De tuchtcommissie acht het (schriftelijk) verweer van de bankmedewerkster ongeloofwaardig en stelt dat zij haar verklaring niet aannemelijk heeft weten te maken en is niet ter zitting verschenen om één en ander nader toe te lichten. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat regel 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseedverbonden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbod van een jaar op. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Fraude met pinpassen door bankmedewerker Gepost op 1 mei 2025 te 15:41.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerker heeft enkele pinpassen uit de interne post onderschept en deze geactiveerd en kleine geldbedragen opgenomen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2025-4778-TC, 22 januari 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker in ieder geval acht pasactivaties heeft uitgevoerd en dat hij in een aantal gevallen met die bankpassen een geldautomaat heeft aangezocht. Daarmee heeft de bankmedewerker handelingen verricht die strekken tot fraude, als gevolg waarvan hij zich niet heeft gehouden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden. Gedragsregel 1 en 4 zijn geschonden Ook heeft de bankmedewerker vertrouwelijke informatie niet geheim gehouden. Uit de toelichting op artikel 5 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode volgt dat de bankmedewerker geen misbruik mag maken van informatie die hij heeft. Nu hij vertrouwelijke informatie niet geheim heeft gehouden heeft hij gedragsregel 5 geschonden. Verder overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerker is onvoldoende open en eerlijk geweest over zijn gedrag nu hij zich onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld en dat zijn handelen naar het oordeel van de tuchtcommissie evident niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bank. Daarmee zijn ook gedragsregel 6 en 7 geschonden. De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod op voor de duur van 18 maanden. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerker Gepost op 1 mei 2025 te 15:27.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Uit een onderzoek van een andere bank dan waar de bankmedewerkster werkt, blijkt dat zij in een korte periode verschillende rekeningen op haar naam heeft geopend bij diverse Nederlandse en buitenlandse banken. Deze rekeningen zijn vervolgens gebruikt om gelden uit frauduleuze activiteiten te ontvangen en door te boeken. De bankmedewerkster wordt door de bank die het onderzoek heeft uitgevoerd geplaats in het Externe Verwijzingsregister (EVR). De bankmedewerkster brengt haar werkgever niet op de hoogte van de registratie. Haar werkgever wordt wel bekend met deze registratie. Hetgeen aanleiding is het dienstverband met haar te verbreken. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2025-4904-TC, 22 januari 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken beantwoordt eerst de vraag of de gedragingen van de bankmedewerkster onder de werking van de bankierseed vallen. Wat het geval is naar het oordeel van de tuchtcommissie. De tuchtcommissie ziet voldoende raakvlakken met het werk bij de bank, nu de verweten (privé)gedragingen – het openen van bankrekeningen en het (een) derde(n) toegang geven tot die rekeningen – bancaire aangelegenheden betreffen. De tuchtcommissie overweegt dat het handelen van de bankmedewerkster, meer in het bijzonder het faciliteren aan (bankhelpdesk)fraude, een zeer ernstige schending van de bankierseed oplevert. Reeds daarom is de tuchtcommissie van oordeel dat een beroepsverbod van een aanzienlijke duur op zijn plaats is. Daarnaast is de bankmedewerkster onvoldoende open en eerlijk geweest over haar gedrag nu zij zich onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld. Zo heeft de bankmedewerkster in het geheel niet meegewerkt aan het onderzoek van Klager en heeft zij de bank niet geïnformeerd over de EVR-registratie door bank. De Tuchtcommissie Banken stelt dat de regels 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector zijn geschonden en legt een beroepsverbod op voor de duur van achttien maanden. Daarmee wijkt de tuchtcommissie af van de in het Klachtrapport voorgestelde maatregel om een beroepsverbod van een jaar op te leggen.
Frauduleuze overboekingen door bankmedewerkster Gepost op 23 april 2025 te 16:55.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Een bankmedewerkster werkt als gedetacheerde bij de bank. Zij heeft in een periode van drie maanden frauduleuze overboekingen verricht ten gunste van zichtzelf en ten nadele van een bankklant en ten nadele van haar vader. De bankmedewerkster heeft in reactie op de melding aan Klager laten weten een betalingsregeling met de bank te hebben getroffen. Verder heeft zij niet inhoudelijk op de melding gereageerd. In het onderzoek van de bank heeft de bankmedewerkster verklaard dat zij de klant, die naar haar zeggen verward was, heeft geholpen bij het maken van de overboekingen. Zij ontkent geld op haar bankrekening te hebben ontvangen. Voor wat betreft de overboeking van gelden van de spaarrekening van haar vader naar haar eigen bankrekening gaf ze aan dat haar vader haar opdracht had gegeven zijn spaarrekening op te heffen en dat zij mocht beschikken over het saldo. Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat de bankmedewerkster in strijd met de gedragsregels 1, 2, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector heeft gehandeld. Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van 36 maanden op te leggen Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2024-4903-TC, 20 november 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat op basis van de feiten kan worden vastgesteld dat de bankmedewerkster frauduleuze overboekingen heeft uitgevoerd, waarmee zij zichzelf heeft bevoordeeld. Daarmee heeft de bankmedewerkster zich niet aan de wet en de binnen de bank geldende regels gehouden en zich niet integer en zorgvuldig gedragen. De door de bankmedewerkster geschetste alternatieve gang van zaken is, zowel ten aanzien van de klant als ten aanzien van haar vader, op basis van de vastgestelde feiten niet aannemelijk, aldus de tuchtcommissie. Voorts overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerkster door gelden van klanten van de bank, waaronder nota bene haar eigen vader, naar zichzelf te hebben overgemaakt, zij niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bancaire sector en dat zij het vertrouwen van de klanten van de bank in haar en daarmee de bank ernstig heeft geschaad. Ook heeft de bankmedewerkster blijkens haar verklaring bij de bank in het geheel geen openheid van zaken gegeven en heeft zij niet meegewerkt aan het onderzoek van Klager. De Tuchtcommissie Banken volgt Klager in de voorgestelde maatregel. Aan de bankmedewerkster wordt een beroepsverbod van drie jaar opgelegd. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Strafrechtelijk verleden verzwegen bij aanstelling Gepost op 10 maart 2025 te 14:02.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerker heeft Eigen Verklaring bij indiensttreding niet naar waarheid ingevuld. Hij verzweeg zijn strafrechtelijk verleden. Daarnaast heeft hij een aantal van zijn nevenactiviteiten niet vermeld. De bankmedewerker heeft niet integer en zorgvuldig gewerkt (gedragsregel 1) en niet zich aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank (gedragsregel 4). Lees hieronder de samenvatting of vind hier de volledige uitspraak: uitspraak Tuchtcommissie Banken, 23 oktober 2024, TRB-2024-4844-TC. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De bankmedewerker heeft verklaard dat hij de Eigen Verklaring heeft aangepast. Hierover heeft hij vooraf overleg gehad met juristen. Uit de informatie, verkregen uit het overleg met de juristen, had de bankmedewerker begrepen dat de desbetreffende stelling in de ‘Eigen Verklaring’ zo geïnterpreteerd kan worden dat daarmee wordt gedoeld op de situatie dat je al strafrechtelijk bent veroordeeld. Ten tijde van de invulling van de Eigen Verklaring was hij (nog) niet veroordeeld. De niet gemelde nevenactiviteiten betroffen ‘slapende’ rechtspersonen waarvan hij niet wist dat hij deze ook had moeten opgeven. De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker een onjuist beeld heeft gewekt bij de bank over zijn justitiële documentatie, hetgeen een schending is van gedragsregel 1 (niet integer en zorgvuldig gewerkt) Het niet voldoen aan de registratieplicht van nevenactiviteiten is naar zijn aard onzorgvuldig en in strijd met de regels van de bank. De bank is door het nalaten van de bankmedewerker niet in staat geweest zich een oordeel te vormen over de vraag of de niet-geregistreerde nevenactiviteiten de belangen van de bank zouden (hebben) kunnen schaden. Hierdoor heeft de bankmedewerker de belangen van de bank veronachtzaamd. Er mag van een bankmedewerker worden verwacht dat hij op de hoogte is van de regels die voor de uitoefening van zijn functie gelden en dat hij zich daaraan houdt. Waarmee de tuchtcommissie vaststelt dat de bankmedewerker gedragsregel 4 (zich niet houden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden). Uitspraak De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod van vier maanden op, dit betekent dat hij gedurende een periode van vier maanden niet werkzaam mag zijn bij de bank. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Fraude en rekeninggluren Gepost op 10 maart 2025 te 13:59.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Een door de bank ingehuurde medewerker heeft na de beëindiging van zijn dienstverband de rekeninggegevens van ruim 200 klanten van de bank bekeken, zonder dat daartoe een zakelijk aanleiding was. Ook heeft hij na afloop van zijn dienstverband, met behulp van de nog in zijn bezit zijnde zakelijke laptop, smartcard en autorisatiecodes, gelden van klanten van de bank overgemaakt op zijn eigen rekening en rekeningen van derden. Lees hieronder de samenvatting of via de link de gehele uitspraak: Tuchtcommissie Banken, 23 oktober 2024, TRB-2024-4852-TC. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De bankmedewerker heeft naar het oordeel van de Tuchtcommissie met zijn handelen de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector geschonden. In deze regels staat het volgende: De bankmedewerker werkt integer en zorgvuldig. De bankmedewerker houdt zich aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden. De bankmedewerker is open en eerlijk over zijn of haar gedrag en kent zijn of haar verantwoordelijkheid voor de samenleving. De bankmedewerker draagt bij aan het vertrouwen van de samenleving in de bank. De Tuchtcommissie geeft in haar overwegingen aan dat bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeeft over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van deze gegevens moet dan ook als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat, zo stelt de tuchtcommissie. Daarnaast heeft de bankmedewerker de gedragsregels overtreden door geldbedragen over te maken naar zijn eigen bankrekening en die van twee andere personen, zonder dat daartoe opdracht is gegeven of toestemming is verleend door de betreffende klanten. Door dit handelen heeft de bankmedewerker geld van de bank gestolen. Voor deze schendingen acht de tuchtcommissie een beroepsverbod voor de duur van 12 maanden passend en geboden. Meer informatie over de maatregel die opgelegd kan worden vind je op de pagina de verschillende soorten maatregelen.