Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2020-4357

Verweerster heeft in een periode van vier maanden bij herhaling rekeninggegevens van klanten van de bank geraadpleegd zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Rekeninggegevens van klanten bevatten volgens de Tuchtcommissie uiterst privacygevoelige informatie. De Tuchtcommissie is van oordeel dat het zonder zakelijke aanleiding bekijken van gegevens een ernstige schending van de bankierseed is, omdat daardoor het vertrouwen van de samenleving in de bank fors wordt geschaad. De Tuchtcommissie legt verweerster een beroepsverbod op voor de duur van drie maanden. 

De naam van verweerster wordt opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak TC 4357

Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2020-4358

Verweerster heeft in een periode van een half jaar bij herhaling rekeninggegevens van klanten van de bank geraadpleegd zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Rekeninggegevens van klanten bevatten volgens de Tuchtcommissie uiterst privacygevoelige informatie. De Tuchtcommissie is van oordeel dat het zonder zakelijke aanleiding bekijken van gegevens een ernstige schending van de bankierseed is, omdat daardoor het vertrouwen van de samenleving in de bank fors wordt geschaad. Gezien het stelselmatige karakter van het raadplegen, acht de Tuchtcommissie een beroepsverbod voor de duur van vijf maanden passend. 

De naam van verweerster wordt opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak TC 4358

Boete voor leidinggevende handtekeningendossier

TRB-2020-3981

De Algemeen Directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar meerdere leidinggevenden in verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. In de hieronder gepubliceerde beslissing is de zaak afgedaan met een schikking.

Beëdigde vervulde een leidinggevende functie binnen de bank en gaf leiding aan hypotheekadviseurs. Beëdigde wist dat door hypotheekadviseurs aan wie hij leiding gaf (ten minste in een aantal gevallen) handtekeningen van klanten werden gekopieerd bij slotverklaringen op hypotheekadviezen.

Door beëdigde werd deze werkwijze gedoogd, omdat het volgens hem in een zeldzaam geval bij futiliteiten te billijken was. De Algemeen Directeur is van oordeel dat, juist omdat beëdigde een leidinggevende positie had, hij ervoor had moeten zorgen dat deze werkwijze niet werd getolereerd. Door de werkwijze te gedogen heeft beëdigde onzorgvuldig en niet integer gehandeld.

Beëdigde heeft verder het kopiëren van handtekeningen niet aan anderen gemeld. Ook dit is volgens de Algemeen Directeur onzorgvuldig. De Algemeen Directeur heeft een schikking, bestaande uit een geldboete van € 500,-, aan beëdigde voorgesteld. Dit voorstel is door beëdigde geaccepteerd.

De naam van de leidinggevende wordt voor een periode van tenminste 3 jaar opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken, dat inzichtelijk is voor alle bij de stichting aangesloten banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: 3981 beslissing AD

Leidinggevenden handtekeningendossier – 5 sepots

TRB-2020-3983/3986/3988/3993/4317.

De Algemeen Directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar meerdere leidinggevenden in  verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. In de vijf hieronder gepubliceerde beslissingen seponeert de Algemeen Directeur deze zaken.

De leidinggevenden vervulden functies waarbij zij verantwoordelijkheden droegen voor de bankmedewerkers die hypotheekadviezen gaven. Een groot aantal bankmedewerkers die (indirect) werkzaam waren onder leiding van deze leidinggevenden heeft handtekeningen van klanten gekopieerd. De Algemeen Directeur oordeelt in deze zaken dat niet aannemelijk is geworden dat deze leidinggevenden kennis droegen van het kopiëren van handtekeningen door bankmedewerkers en/of hun werkwijze klanten tweemaal te laten tekenen voor een hypotheekadvies. Daarom valt deze leidinggevenden daaromtrent geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. De leidinggevenden waren wel bekend met de problemen in het hypotheekadvies-proces en hadden ook een (formele) rol de door hen gesignaleerde problemen aan te pakken. Hoewel de leidinggevenden het kopiëren van handtekeningen niet hebben kunnen voorkomen en vragen kunnen worden gesteld of zij wel voldoende doortastend hebben gehandeld bij de aanpak van de bestaande problemen, is echter niet voldoende aannemelijk geworden dat zij op tuchtrechtelijk verwijtbare wijze in deze rol zijn tekortgeschoten.

Omdat het ambtshalve onderzoeken van de Algemeen Directeur betreft, staat tegen deze beslissingen geen mogelijkheid van herziening open. De beslissingen zijn daarom definitief.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur:

Dossier 3983 beslissing AD
Dossier 3986 beslissing AD
Dossier 3988 beslissing AD
Dossier 3993 beslissing AD
Dossier 4317 beslissing AD

In drie soort gelijke zaken, kwam de Algemeen Directeur al eerder tot een sepot. Deze beslissingen zijn afzonderlijk gepubliceerd (dossiers: 3987 / 3989 / 3990).

Sepot – Verstrekken laptop

TRB-2020-4424-AD
Algemeen Directeur, 25 februari 2020

De melding houdt in dat beëdigde verantwoordelijk zou zijn voor het verstrekken van een laptop met vertrouwelijke gegevens aan een derde. Ook zou beëdigde volgens de melder een onderzoek hiernaar hebben geweigerd.

De Algemeen Directeur ziet onvoldoende aanleiding te veronderstellen dat beëdigde bij het verstrekken van de laptop en de afweging daaromtrent persoonlijk betrokken is geweest. Gelet hierop kan beëdigde in dit kader geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Verder is de stelling van melder dat beëdigde zou hebben geweigerd onderzoek in te stellen, niet juist. De Algemeen Directeur ziet geen aanleiding een klacht aan de Tuchtcommissie voor te leggen en seponeert de zaak.

Download hier de beslissing: Beslissing AD 4424

Communicatie stopzetten krediet – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2019-4414

De bank informeert een klant over het stopzetten van een rekeningcourant-krediet. Volgens de klant heeft een bankmedewerker in de communicatie gelogen door te stellen dat hij weigerde medewerking te verlenen aan de afbouw van het krediet. De klant wilde langskomen bij de bank voor een gesprek, maar dit werd door de bankmedewerker afgehouden.

De Algemeen Directeur wijst de melding af. Het conflict over de beslissing over het stopzetten van het krediet betreft een conflict met de bank. Dat de bankmedewerker persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, volgt niet uit de melding. Uit de communicatie blijk niet dat de bankmedewerker heeft gelogen. De bankmedewerker heeft andere opties dan een persoonlijk gesprek (zoals beeldbankieren) aangeboden voor overleg. Het is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de bankmedewerker het verzoek tot een persoonlijk gesprek niet heeft gehonoreerd.     

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter is van oordeel dat een door deze bankmedewerker verzonden brief zich niet verhoudt tot een eerder verzonden brief.  De eerder gegeven mogelijkheid tot bespreking van het opzeggen van het krediet werd in deze latere brief niet meer gegeven. Omdat de bank het krediet eenzijdig opzegt en vanwege de financiële consequenties voor de klant mag worden verwacht dat de bank met bijzondere zorgvuldigheid omgaat met de belangen van de klant. Dat het niet mogelijk bleek een persoonlijk gesprek te voeren en dat dit slechts via beeldbankieren kon, is niet klantvriendelijk. Dit leidt echter niet tot herziening van de beslissing in verband met het volgende. Nadat de klant een klacht had ingediend bij de bank, werd alsnog aan hem een uitnodiging gestuurd voor een gesprek met de bankmedewerker of een collega. Dit gesprek is ook bedoeld om alternatieven voor het stopzetten van het krediet te bespreken. Omdat de bank de nodige stappen zal zetten, bestaat onvoldoende aanleiding een tuchtrechtelijke procedure te beginnen.   

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 31 oktober 2019: 4414 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing van 20 februari 2020: 4414 herzieningsbeslissing

Het doen van eigen bankzaken met behulp van de systemen van de bank

TRB-2020-4327

Beëdigde heeft de systemen van de bank gebruikt om de problemen die zijn vrouw met de bank had, te kunnen oplossen. Hij heeft onder meer voor haar nieuwe bankpassen aangevraagd en haar een kleine klantvergoeding toegekend. Hierdoor heeft beëdigde zichzelf en zijn vrouw in een bevoordeelde positie geplaatst of op zijn minst de schijn hiervan gewekt. Verder heeft beëdigde via de systemen van de bank rekeninggegevens van zichzelf en van familieleden geraadpleegd. Door op deze wijze te handelen heeft beëdigde zich onzorgvuldig en niet integer gedragen en gehandeld in strijd met de regels van de bank. De Algemeen Directeur houdt rekening met de omstandigheden waaronder beëdigde heeft gehandeld, dat hij oprecht inzicht heeft getoond in het kwalijke van zijn handelen en reeds zeer nadelige gevolgen van zijn handelen heeft ondervonden. De Algemeen Directeur seponeert de zaak.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4327

Doorsturen vertrouwelijke klantgegevens naar privémail

TRB-2020-4349-AD
Algemeen Directeur, 29 januari 2020

Beëdigde heeft tweemaal e-mails met vertrouwelijke klantgegevens naar privémailadressen verzonden. Eén e-mail heeft hij naar zijn eigen privémailadres gestuurd en één naar het privémailadres van zijn voormalig leidinggevende. Zijn voormalig leidinggevende werkte op dat moment niet meer bij de bank. Beëdigde heeft ervoor gezorgd dat vertrouwelijke klantgegevens buiten de (beveiligde) server van de bank zijn terechtgekomen. Ook heeft hij vertrouwelijke gegevens gedeeld met een derde, aangezien zijn leidinggevende niet meer bij de bank werkzaam was. Beëdigde heeft derhalve zorgvuldig noch integer gehandeld en heeft vertrouwelijke informatie niet geheim gehouden. Verder heeft hij gehandeld in strijd met de regels van de bank dat medewerkers zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke gegevens en die in beginsel niet worden gedeeld.

De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking aangeboden in de vorm van een berisping. Beëdigde heeft het schikkingsvoorstel aanvaard. De gegevens van beëdigde zijn opgenomen in het tuchtrechtelijk register.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4349

Handelingen bankmedewerker bij persoonlijk krediet – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2019-4404

Volgens een klant van de bank heeft een bankmedewerker bij het afsluiten van een persoonlijke lening zich niet gehouden aan wet- en regelgeving. De klant stelt verder dat de bankmedewerker ten onrechte vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met haar moeder. Tot slot zou de bankmedewerker bij de rechter-commissaris niet de waarheid hebben gesproken als getuige.

De Algemeen Directeur doet geen nader onderzoek naar de melding en legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie Banken om de volgende redenen. Het afsluiten van de lening heeft plaatsgevonden in 2014 en daarmee voor de invoering van de bankierseed. Daarom kan de gedraging niet tuchtrechtelijk worden getoetst. Het delen van de informatie met de moeder vond plaats ongeveer vijf jaar voor de melding en vond mede op initiatief van de melder plaats. De verklaringen die door de bankmedewerker bij de rechter-commissaris zijn opgelegd zijn reeds aan een rechterlijke toetsing onderworpen.   

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. Gedragingen van bankmedewerkers die hebben plaatsgevonden voordat zij de bankierseed hebben afgelegd, worden niet onder het bancaire tuchtrecht getoetst. Het is niet aannemelijk geworden dat de verklaringen die de bankmedewerker bij de onderzoeksafdeling van de bank en bij de rechter-commissaris heeft afgelegd bewust niet naar waarheid zijn geweest. Ten aanzien van het delen van de informatie met de moeder onderschrijft de voorzitter van de Tuchtcommissie de beslissing van de Algemeen Directeur. Dat de melder geen machtiging heeft gegeven, maakt dat niet anders omdat een machtiging niet altijd is vereist. Het is ook niet gebleken dat de melder nadeel heeft ondervonden.     

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 30 oktober 2019: 4404 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing van 13 januari 2020: 4404 herzieningsbeslissing