Raadplegen banksysteem bij aankoop woning, schijn van belangenverstrengeling – sepot

TRB-2017-3617.

Beëdigde heeft bij de aankoop van een woning de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Door na een bezichtiging de systemen van de bank te raadplegen heeft hij zich in een bevoordeelde positie tegenover andere potentiële kopers geplaatst. Een bankmedewerker dient iedere schijn van belangenverstrengeling te vermijden. De bank heeft tijdens het onderzoek naar de feiten beëdigde op non-actief geplaatst. De bank heeft verder een aantekening gemaakt in het personeelsdossier. Beëdigde heeft verklaard bewust te zijn van de ernst van zijn handelen. De Algemeen Directeur seponeert, alles afwegend, de zaak.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3617

Privé-handelen onder bankierseed

TRB-2017-3536-CB

Commissie van Beroep, 15 maart 2017

Vervolg op beslissing van 30 november 2016, waarin de Tuchtcommissie klager niet-ontvankelijk verklaart omdat het privé-handelen van verweerder niet onder de reikwijdte van de bankierseed zou vallen. De Commissie van Beroep vernietigt de beslissing van de Tuchtcommissie en verklaart de klacht gegrond (zonder oplegging van maatregel).

Verweerder heeft een geldbedrag, afkomstig van een klant van de bank en waarvan hij wist dat dit niet voor hem bestemd was, op zijn bankrekening ontvangen en overgemaakt op andere rekeningen van hemzelf. Verweerder heeft exact de helft van het bedrag aan zijn toenmalige vriendin overgemaakt. De Commissie van Beroep acht deze handelwijze van verweerder niet integer en zorgvuldig. Bovendien weigert verweerder om op bepaalde vragen antwoord te geven. Hoewel hem dit vrij staat, trekt de Commissie van Beroep  hieruit de conclusie dat verweerder en zijn toenmalige vriendin hebben samengespannen om het geld voor zichzelf te behouden.

Hoewel het gaat om gedragingen die zich in hoofdzaak buiten de eigenlijke uitoefening van verweerders functie hebben afgespeeld, acht de Commissie van Beroep de gedragingen in strijd met de bankierseed, omdat de gedragingen enkele raakvlakken hebben gehad met de bank. Bovendien heeft verweerder – ook tijdens intern onderzoek van de bank naar zijn handelen – geweigerd antwoord te geven op vragen over zijn handelen.

De Commissie van Beroep overweegt dat bankmedewerkers ook in hun persoonlijke betalingsverkeer, in hun ‘omgang met geld van een ander’ integer en zorgvuldig dienen te zijn. Als een bankmedewerker hieraan niet voldoet, zouden klanten contact met hem mijden. Daarbij is van belang dat verweerder de bank niet heeft geïnformeerd over dat wat zij over de achtergrond van zijn handelen wilde weten.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak Commissie van Beroep 15 maart 2017

Download hier de uitspraak van de Tuchtcommissie: TRB-2016-3536

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding II; beroepsverbod

TRB-2016-3540. 

Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016.

Verweerster heeft frequent zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekeken van cliënten van de bank. Het ging daarbij om rekeninggegevens van personen in haar directe (privé-)omgeving. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Zij heeft zich evenmin gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Doordat zij informatie over deze rekeninggegevens aan haar partner heeft verteld, heeft zij gehandeld in strijd met de gedragsregel dat zij vertrouwelijke informatie geheim moet houden. Voorts heeft verweerster bankzaken van klanten waarmee eveneens een privérelatie bestond, behandeld. Verweerster heeft de betreffende rekeninghouders te woord heeft gestaan, heeft gekeken in de rekeningen van de rekeninghouders en heeft geïnventariseerd of de betreffende rekeninghouders konden worden doorverwezen naar collega’s.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster deze klanten, zoals de interne gedragsregels van de bank voorschrijven, direct had moeten (en kunnen) doorverwijzen naar collega’s zonder eerst hun rekeninggegevens te bekijken. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met de interne regels van de bank.  De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: Uitspraak dossier 3540.

Belangenverstrengeling en inleidende overwegingen aanlevering stukken; beroepsverbod

TRB-2016-3508-TC.
Tuchtcommissie, 1 maart 2017
Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016

1. De Tuchtcommissie geeft inleidende overwegingen over de aanlevering van interne onderzoeksrapporten die ten grondslag worden gelegd aan de tuchtprocedure. De Tuchtcommissie stelt zich op het standpunt dat deze rapporten in niet-geanonimiseerde vorm moeten worden aangeleverd, om aan adequate waarborgen voor een behoorlijke procesgang te voldoen.

2. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de Tuchtcommissie schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Verweerder was, in zijn hoedanigheid als werknemer van de bank, financieel adviseur van de cliënte. Daarnaast is verweerder in de privésfeer een hypothecaire financiering met cliënte aangegaan. Verweerder had zich, gelet op zijn professionele relatie met cliënte, hiervan moeten onthouden en heeft verweerder de belangen van de klant niet centraal gesteld. Voor de overboeking van het geld van de cliënte dat nodig was om de koopprijs van de woning te voldoen, heeft verweerder voorts gebruik gemaakt van de interne systemen van de bank die daarvoor niet zijn bedoeld. Hiermee heeft verweerder in strijd gehandeld met de interne regels. Toen deze opdracht werd geweigerd heeft Verweerder getracht zijn eigen betrokkenheid bij de transactie te verbergen. De Tuchtcommissie legt verweerder de aanwijzing op dat hij gedurende een periode van een jaar niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: Uitspraak dossier 3508.