Civielrechtelijk geding: handelen geen tuchtrechtelijk verwijt

TRB-2017-3663H. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend dat beëdigde zich grievend heeft uitgelaten over melder door onder meer te stellen dat melder het onderhoud aan zijn woning niet adequaat uitvoert. Daarnaast klaagt de melder over de afhandeling van de klacht die hij hierover bij de bank had ingediend. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding omdat niet is gebleken dat de beëdigde wegens zijn handelen een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Voorzitter van de Tuchtcommissie ziet geen aanleiding om de beslissing van de Algemeen Directeur te herzien. De stukken die bij de melding zijn ingediend betreffen een civielrechtelijk geding.  Daarnaast is de stelling dat de beëdigde zou hebben gelogen onvoldoende onderbouwd.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3663
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3663

Geen tuchtrechtelijk verwijt handelen beëdigden

TRB-2017-3664H en TRB-2017-3665. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend waarin hij klaagt over de afhandeling van de levensverzekering van zijn zus door de bank, in het bijzonder beëdigde I en II. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding omdat het handelen hier handelen van de bank als instelling betreft. Dit valt niet onder het bancaire tuchtrecht. Er is niet gebleken dat aan de beëdigden daarbij een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Daarnaast betreft de melding een civielrechtelijke kwestie. Het herzieningsverzoek is niet binnen de in art. 2.2.7 Tuchtreglement Bancaire Sector genoemde termijn van 14 dagen na dagtekening van de beslissing van de Algemeen Directeur ingediend. Verder wijst de Voorzitter van de Tuchtcommissie het verzoek van de melder om in het kader van het herzieningsverzoek te worden gehoord af, waarbij hij opmerkt dat het Tuchtreglement Bancaire Sector niet in die mogelijkheid voorziet.

Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: 
Beslissing Algemeen Directeur dossier 3664
Beslissing Algemeen Directeur dossier 3665

Download hier de herzieningsuitspraken:
Uitspraak dossier 3664
Uitspraak dossier 3665

Een civielrechtelijk conflict: klacht handelen beëdigde en beslaglegging rekening

TRB-2017-3673H. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken klachten ingediend over de wijze waarop de beëdigde overgeboekte geldbedragen van een stichting, waarvan hij bestuurder was, heeft geblokkeerd. Voorts wordt geklaagd over de manier waarop melder door beëdigde te woord is gestaan en over de wijze waarop beslagen op rekeningen van de stichting waren gelegd. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding. De melding betreft een civielrechtelijk conflict. Tevens is niet gebleken dat de beëdigde een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Voorzitter van de Tuchtcommissie bevestigt het oordeel van de Algemeen Directeur, waarbij hij benadrukt dat het tuchtrecht niet is bedoeld voor het oplossen van civielrechtelijke conflicten.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3673
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3673

Melding tegen incassomedewerker is niet ontvankelijk: valt niet onder de bankierseed

TRB-2017-3681H. 

Melder heeft een melding ingediend tegen een medewerker van een incassobureau. De Algemeen Directeur heeft de melding niet in behandeling genomen omdat door de medewerkers van een incassobureau niet de bankierseed wordt afgelegd en derhalve niet valt onder het bancaire tuchtrecht.  Onder verwijzing naar de ‘Regeling eed en belofte financiële sector 2015’ bevestigt de Voorzitter van de Tuchtcommissie dit oordeel.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3681
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3681

Berekening boeterente niet persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar – sepot

TRB-2017-3639.

De melding houdt in dat beëdigde heeft geweigerd inzage te geven in de wijze waarop opgelegde boeterentes zijn berekend en het belang van de bank boven dat van de klanten heeft geplaatst. De Algemeen Directeur is van oordeel dat niet is gebleken dat beëdigde zich niet integer of onzorgvuldig zou hebben gedragen. Het besluit van de bank om te streven naar afbouw van bepaalde financieringen ziet op het beleid van de bank en betreft geen persoonlijke gedraging van beëdigde. De Algemeen Directeur legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie Banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3639

Afwijzen zakelijk krediet, geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen – sepot

TRB-2017-3655.

De melding houdt in dat beëdigde bij het afwijzen van een verzoek om een zakelijk krediet niet integer heeft gehandeld. De Algemeen Directeur is niet gebleken dat beëdigde de grenzen van het bancaire tuchtrecht heeft overschreden. De bank komt beslissingsvrijheid toe om al dan niet een overeenkomst met een klant te sluiten. Gedragingen van de bank kunnen niet tot een tuchtrechtelijk verwijt leiden. De vraag of en onder welke voorwaarden de bank een overeenkomst met een persoon aangaat is een civielrechtelijke kwestie, waarvoor de civiele rechter bevoegd is. De Algemeen Directeur seponeert de zaak.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3655

Bekijken klantgegevens schoonouders; beroepsverbod

TRB-2017-3574. 

Verweerder heeft zonder zakelijke aanleiding veelvuldig de rekeninggegevens van zijn schoonouders bekeken en naar aanleiding daarvan een anonieme ansichtkaart aan zijn schoonouders verstuurd. Hiermee heeft verweerder gehandeld in strijd met de door hem afgelegde bankierseed.

Daarnaast heeft verweerder rekeninggegevens van derden en zijn partner bekeken, terwijl dit hem op grond van de interne regels van de bank niet was toegestaan. Dat verweerder thuis bankzaken voor zijn partner regelde, maakt dit niet anders. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3574

Privé-uitgaven met zakelijke creditcard

TRB-2017-3568. 

Verweerster heeft een zakelijke creditcard gebruikt voor privé-uitgaven. Verweerster heeft in de administratie aan deze uitgaven een zakelijk karakter toegekend en heeft haar leidinggevende, vanwege het feit dat zij niet beschikte over de benodigde bonnetjes, verzocht een verklaring op te stellen over de zakelijke aard van de uitgaven, terwijl die niet aanwezig was. De leidinggevende heeft hierop onbedoeld een verklaring opgesteld, met een daarin – naar later is gebleken – onjuiste inhoud. Met deze gedragingen heeft verweerster de Gedragscode voor bankmedewerkers overtreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een berisping op.

Bij de oplegging van deze maatregel heeft de Tuchtcommissie rekening gehouden met de bijzondere persoonlijke situatie waarin verweerster verkeerde en de tijdspanne waarin de gedragingen hebben plaatsgevonden (een groot deel van de betalingen is verricht voor invoering van de bankierseed en zijn derhalve niet meegenomen in deze beslissing). Voorts heeft de Tuchtcommissie meegewogen dat verweerster haar medewerking heeft verleend aan het treffen en nakomen van een terugbetalingsregeling met de bank.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3568

Gebruik banksystemen voor privédoeleinden – sepot

TRB-2017-3644

Beëdigde heeft een rekening voor zijn partner geopend en heeft rekeningafschriften uitgedraaid die via de reguliere weg niet meer toegankelijk waren. Beëdigde heeft hierdoor zijn partner in een voordeliger positie gebracht, of in ieder geval die schijn gewekt. Een bankmedewerker dient deze schijn te vermijden en mag in geen geval vanuit zijn functie bij de bank een privérelatie in een voordeliger positie brengen. De bank heeft beëdigde voor zijn handelen berispt. Beëdigde heeft verklaard dat hij de ernst van zijn handelen inziet. De Algemeen Directeur seponeert, alles afwegend, de zaak.