Geanonimiseerd dossier – sepot

TRB-2017-3672.

De bank heeft een melding ingediend die inhoudt dat beëdigde onder twee documenten een valse handtekening heeft geplaatst. De door de bank aangeleverde stukken zijn in verregaande mate geanonimiseerd. De Algemeen Directeur heeft herhaaldelijk de bank verzocht het dossier in niet-geanonimiseerde vorm aan te leveren. De bank heeft geweigerd het volledige dossier te verstrekken. Door de voortdurende discussie met de bank verkeert beëdigde reeds lange tijd in onzekerheid over de afloop van het onderzoek. De Algemeen Directeur acht het niet langer opportuun het onderzoek langer te laten voortduren en seponeert de zaak.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3672

Heimelijk toekennen klantvergoedingen; beroepsverbod

TRB-2017-3628. 

Verweerster behandelde klachten van klanten van de bank over mislukte pintransacties. In dat kader was zij bevoegd geldbedragen terug te storten en coulance-vergoedingen aan de klant over te maken. Verweerster heeft vervolgens – met een versluierende omschrijving – vergoedingen aan zichzelf en haar partner toegekend voor in totaal bijna € 3.000,-. Hiermee heeft verweerster heimelijk geld toegeëigend en aan een derde gegeven, terwijl ze wist dat dit niet mocht. Het is niet aannemelijk geworden dat de handelingen van verweerster voortkwamen uit een obsessieve-compulsieve stoornis, zoals zij zelf aanvoerde. Verweerster heeft zich aldus niet integer gedragen en gehandeld in strijd met de voor haar geldende regels, wat een ernstige schending van de Bankierseed oplevert. Aan verweerster wordt een beroepsverbod van zes maanden opgelegd. 

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3628

Onvoldoende aannemelijk dat raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding was – sepot

TRB-2017-3722

De Algemeen Directeur is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat beëdigde strikt zonder zakelijke aanleiding, vanwege nieuwsgierigheid of omdat beëdigde hemzelf of (nauwe) relaties in een voordeligere positie wilde brengen, klantgegevens heeft geraadpleegd of deze heeft gedeeld. Beëdigde heeft voldoende gemotiveerd dat hij de klantgegevens bekeek vanwege onderzoeksredenen, opleidingsredenen of andere (werkgerelateerde) doeleinden. Daarnaast is de Algemeen Directeur van mening dat naar aanleiding van het gemelde incident reeds voldoende maatregelen zijn genomen. De Algemeen Directeur legt, alles afwegende, geen klacht voor aan de Tuchtcommissie Banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3722

Melding gericht tegen handelingen van de bank en civielrechtelijk conflict

TRB-2017-3714H. 

De melding ziet op de gedragingen van de bank met betrekking tot de aan het bedrijf van melder in verband met een kredietverstrekking in rekening gebrachte rente. De Algemeen Directeur heeft de melding niet in behandeling genomen, omdat uit de melding onvoldoende volgt wat de persoonlijke rol van de beëdigde is geweest waarvoor hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De melding ziet slechts op handelen van de bank. Voor het overige ziet de melding op een civielrechtelijk conflict. De Voorzitter van de Tuchtcommissie bevestigt dit oordeel en wijst het verzoek tot herziening af.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur:3714 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3714 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Melding onvoldoende onderbouwd – sepot

TRB-2017-3690

De Algemeen Directeur is van oordeel dat de stellingen en verklaringen uit de melding onvoldoende zijn om de conclusie te rechtvaardigen dat beëdigde cliënten van de bank uit eigen belang zou hebben bewogen over te stappen naar een andere financiële dienstverlener. Diverse onderdelen van de melding zien op een arbeidsrechtelijke kwestie. De beslechting van zo een geschil is voorbehouden aan de civiele rechter. De Algemeen Directeur is van oordeel dat van een (professionele) melder mag worden verwacht dat hij zijn melding met feiten en zo mogelijk onder overlegging van correspondentie, documentatie en verklaringen onderbouwt. Het overleggen van indirecte verklaringen en stellingen zijn daartoe onvoldoende. De Algemeen Directeur legt, alles afwegende, in dit specifieke geval geen klacht voor aan de Tuchtcommissie Banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3690

Handelen niet in de hoedanigheid van bankier en geen raakvlakken met bank

TRB-2017-3702H. 

De melding ziet op handelingen van een bankmedewerker verricht in zijn hoedanigheid als lid van de Klachtencommissie van de Politie. Zowel de Algemeen Directeur als de Voorzitter van de Tuchtcommissie oordelen dat de melding niet tot een gegronde klacht kan leiden, omdat de gedragingen niet vallen onder het bancaire tuchtrecht en geen raakvlakken hebben met de bank.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3702 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3702 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Afleggen onjuiste verklaring onvoldoende onderbouwd. Marginale toets melding.

TRB-2017-3701H. 

De melding houdt in dat de beëdigde onjuiste verklaringen tijdens een zitting bij KiFiD zou hebben afgelegd. De Algemeen Directeur heeft de melding niet nader onderzocht, omdat aan de beëdigde geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Voorzitter van de Tuchtcommissie overweegt dat de gemelde feiten wel degelijk een schending van de bankierseed zouden kunnen opleveren. In het onderhavige geval is daarvan echter geen sprake. Meldingen die zien op dergelijke uitlatingen zullen slechts marginaal worden getoetst. De melder moet in ieder geval aannemelijk maken dat de betreffende bankmedewerker zich ten aanzien van de onderbouwing van zijn of haar uitlatingen heeft gebaseerd op informatie, die naar de bankmedewerker wist of behoorde te weten, onwaar was. Nu de melding hier niet aan voldoet, wordt het verzoek tot herziening afgewezen.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3701 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3701 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

 

Civielrechtelijk conflict / niet vereist dat bankmedewerker persoonsgegevens aan melder verstrekt

TRB-2017-3679H, TRB-2017-3682H, TRB-2017-3683H en TRB-2017-3684H. 

De meldingen hebben betrekking op de gang van zaken bij het opeisen van een boeterente op een zakelijk krediet. De Algemeen Directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de meldingen, omdat sprake is van een civielrechtelijk conflict. Verder is een bankmedewerker niet verplicht zijn persoonsgegevens aan een melder te verstrekken ten behoeve van het indienen van een melding bij Stichting Tuchtrecht Banken. De Voorzitter van de Tuchtcommissie bevestigt het oordeel van de Algemeen Directeur dat sprake is van een civielrechtelijk conflict. Verder overweegt de Voorzitter van de Tuchtcommissie dat voor het indienen van een melding niet is vereist dat een bankmedewerker zijn persoonsgegevens aan een melder verstrekt. Het niet verstrekken van persoonsgegevens kan dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt opleveren.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3679 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3679 herzieninguitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3682 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3682 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3683 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3683 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3684 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3684 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Zorgvuldige beoordeling van verzoeken tot inzage in (origineel) kredietdossier

TRB-2017-3640H. 

De melding houdt onder meer in dat de beëdigde het vertrouwen van de klant in de bank heeft geschonden door geen inzage in originele kredietdossiers te geven. Er zou onvoldoende rekening zijn gehouden met het klantbelang van melder, zijnde de mogelijkheid om te onderzoeken of er met de handtekeningen op de documenten zou zijn gefraudeerd. De Algemeen Directeur heeft besloten geen klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Er is niet gebleken dat de beëdigde onzorgvuldig heeft gehandeld. De beëdigde heeft de verzoeken van melder conform het beleid van de bank en in overleg met de afdeling juridische zaken en zijn leidinggevende beoordeeld. Door de beëdigde is aan melder verzocht zijn verzoeken nader te onderbouwen en zijn alternatieve oplossingen aangeboden.  De Voorzitter van de Tuchtcommissie onderschrijft de beslissing van de Algemeen Directeur. De Voorzitter van de Tuchtcommissie merkt op dat de beëdigde op zeer zorgvuldige manier is omgegaan met de belangen van de melder als (voormalig) cliënt van de bank en dat het op de weg van de melder had gelegen om zijn verzoek tot herziening nader te onderbouwen.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3640 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3640 Herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Bijzondere overwegingen over de afdeling Bijzonder Beheer en klantbelang

TRB-2017-3622H en TRB-2017-3623H.

De melder heeft een melding ingediend tegen twee bankmedewerkers, waarin in verschillende onderdelen wordt geklaagd over de opzegging van financieringen door de beëdigden namens de bank. Het financieringsdossier bij de bank was in behandeling bij de afdeling Bijzonder Beheer. De Algemeen Directeur heeft besloten de melding niet aan de Tuchtcommissie voor te leggen, omdat aan de beëdigden geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en sprake is van een civielrechtelijk conflict.

De Voorzitter van de Tuchtcommissie overweegt dat het tuchtrecht uitsluitend ziet op (gedragingen van) individuele bankmedewerkers. Beslissingen van de bank, uitgevoerd door bankmedewerkers dienen in beginsel te worden aangemerkt als gedragingen van de bank. Van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid bij dergelijke beslissingen zal niet snel sprake zijn. Verder overweegt de Voorzitter van de Tuchtcommissie dat de afdeling Bijzonder Beheer van de bank een tweeledig doel dient: (i) begeleiding van de onderneming bij de voortzetting en herstel van de onderneming en (ii) het bewaken van het kredietrisico voor de bank. Het is daarbij mogelijk dat namens de bank beslissingen worden genomen die voor de klant van de bank nadelig uitvallen. Dit maakt echter niet dat reeds hierom moet worden geoordeeld dat het belang van de klant niet centraal is gesteld en dat daarom een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Alle handelingen van de beëdigden tegen wie in de onderhavige zaak meldingen zijn ingediend, zijn gedaan binnen het beleid van de bank. Aan de beëdigden kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Daarbij merkt de Voorzitter van de Tuchtcommissie op dat overduidelijk sprake is van een civielrechtelijk geschil waarvoor het tuchtrecht niet de geëigende weg is om dit geschil te beslechten. De Voorzitter van de Tuchtcommissie ziet dan ook geen aanleiding om de beslissing van de Algemeen Directeur te herzien.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3622 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3622 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3623 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3623 herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie