Wanneer is tuchtrecht een succes? Gepost op 19 maart 2020 te 11:57.Geschreven door egovers Over de zin en onzin van tuchtrecht voor een beroepsgroep bestaan vele meningen. En na vijf jaar tuchtrecht voor bankmedewerkers is dat ook bij dit tuchtrecht het geval. Zo bleek ook tijdens een recent seminar rondom de bundel ‘Tuchtrecht in de financiële sector’ van uitgeverij Paris, samengesteld door Tom Loonen en Frank ’t Hart. Deze bundel is recent verschenen. Na vijf jaar tuchtrecht voor bankmedewerkers wordt het tijd stil te staan en na te denken. Of zoals Tom Loonen, hoogleraar Effectiviteit van regelgeving bij beleggingsondernemingen en directeur private banking bij InsingerGilissen, het tijdens het seminar zei: het zou mooi zijn als de thermometer in de bankierseed werd gestoken. Werkt het tuchtrecht, welke effecten heeft het, leidt het ergens toe, draagt het bij aan het herstel van vertrouwen in de financiële sector door de consument? Loonen, overigens zelf lid van de onafhankelijke Tuchtcommissie gefaciliteerd door de Stichting Tuchtrecht Banken, stelt in de bundel dat het tuchtrecht voor bankmedewerkers in relatief korte tijd zijn plek gevonden lijkt te hebben in de Nederlandse samenleving. “In ieder geval kan geconcludeerd worden dat de klachtratio Tuchtrecht Banken niet (sterk) afwijkt van het aantal klachten dat tegen accountants en medici wordt ingediend”. En dat terwijl die beide tuchtstelsels toch aanzienlijk langer bestaan dan die voor bankmedewerkers. Meer bekendheid nodig Waren er dan geen kritische noten? Natuurlijk. Toon Huydecoper, voorzitter van de Stichting Tuchtrecht Banken, observeerde dat hoewel het werk van zowel het aanklagersbureau als de tuchtcommissie en de commissie van beroep na de gebruikelijke aanlooptijd nu op rolletjes lopen, het schort aan bekendheid van de werken van de stichting onder het brede publiek. Eén op de tien Nederlanders kent Stichting Tuchtrecht Banken niet en “dat is niet goed”, noteert Huydecoper ook in zijn bijdrage aan de bundel. Een grotere bekendheid van de stichting zou kunnen bijdragen aan meer meldingen, maar de uitdaging is volgens Huydecoper nu de bekendheid van de stichting te vergroten zonder al te schel op te roepen tot het doen van meer meldingen. Ook stelt Huydecoper vragen bij de bereidwilligheid van banken om mee te werken aan informatieverzoeken, de kwaliteit en de hoeveelheid van informatie die de banken op verzoek overdragen en de snelheid waarmee zij dat doen. Jonathan Soeharno, hoogleraar, advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en lid van de DSI Tuchtcommissie, brak een kritische noot over het tuchtrecht voor bankmedewerkers. In het kort vindt hij de aanpak van bankmedewerkers de verkeerde. Hij pleit voor een tuchtrecht voor bankorganisaties. Volgens hem gaat het om de cultuur die in een bank bestaat die ervoor zorgt dat het mis kan gaan binnen die bank. Leidinggevenden Wies Wagenaar, head of conduct bij ABN Amro, was als belangstellende ook aanwezig bij het seminar en sloot zich in zekere zin aan bij Soeharno’s betoog, aldus een verslag van de bijeenkomst in Fondsnieuws. Wagenaar stelt dat er meer moet worden gekeken naar de rol van leidinggevenden en bestuurders. Daarbij ging ze ook in op een grote zaak die voor de tuchtrechter speelde over een hypotheekafdeling bij haar bank. Daar lag een grote druk op medewerkers om in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk hypotheekaanvragen te verwerken. Een cultuurkwestie, dus, en uit de gedragswetenschap is bekend dat leidinggevenden bij organisaties maatgevend zijn voor de cultuur in die organisaties. Er mag wat haar betreft dus meer aandacht komen voor leidinggevenden. Al met al bleek gaandeweg het symposium dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken over de mate van succes van het tuchtrecht voor bankmedewerkers. Chris Buijink, die als voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken aan de wieg van de bankierseed stond, vond het te vroeg voor een oordeel. En voegde daar nog aan toe dat het tuchtrecht voor bankmedewerkers net als het tuchtrecht voor medici of advocaten een zaak met een open einde is; het is niet statisch.
Veel animo voor melden gedragsovertredingen Gepost op 1 november 2019 te 11:51.Geschreven door Nederlanders vinden het melden van gedragsovertredingen belangrijk uit solidariteit met anderen. Bijna de helft van de Nederlanders, 44%, zou een melding doen bij Tuchtrecht Banken wanneer zij vermoeden dat een bankmedewerker de bankierseed heeft overtreden. Consumenten zouden een melding over een bankmedewerker indienen bij Tuchtrecht Banken als dat voorkomt dat anderen overkomt wat hen gebeurde als klant. Dit noemen zij als de belangrijkste reden om zaken te melden bij Tuchtrecht Banken. Als tweede reden vinden Nederlanders het belangrijk dat bankmedewerkers worden aangesproken op hun gedrag. Als derde komt ‘mijn gelijk willen halen’ als reden voor een melding. Mensen die zeggen geen melding te zullen doen, geven als belangrijkste reden aan dat klanten zelf ook een verantwoordelijkheid hebben voor hun financiële beslissingen. Een andere, vaak genoemde reden is dat melden geen zin zou hebben. Dat blijkt uit consumentenonderzoek in opdracht van Tuchtrecht Banken, de stichting die in Nederland toeziet op de naleving van de bankierseed voor bankmedewerkers. Bankmedewerkers gezien als betrouwbaar en deskundig Nederlanders zijn gemiddeld positief over de dienstverlening door bankmedewerkers. Bijna de helft van de respondenten acht hen betrouwbaar en deskundig. Respondenten zijn over het algemeen ook positief over de advisering die zij kregen van bankmedewerkers. Er wordt goed geluisterd, de gevolgen van keuzes worden goed in kaart gebracht, de mogelijkheden worden helder geschetst. Ook is men in meerderheid tevreden over de voor- en nadelen van geschetste opties en vinden klanten dat de adviezen goed zijn afgestemd op hun persoonlijke situatie. Verminderd vertrouwen in banken leidt niet tot minder vertrouwen in tuchtrecht Om het onderzoek in de juiste context te kunnen plaatsen, vroeg het door Tuchtrecht Banken ingeschakelde onderzoeksbureau consumenten ook naar hun mening over banken in het algemeen. Bijna de helft van de Nederlanders – 49% – vindt banken over het algemeen niet betrouwbaar. Een ruime meerderheid van Nederlanders (70%) is sinds de Kredietcrisis negatiever gaan denken over banken. Daarnaast merkt een meerderheid van Nederlanders, 57%, zelf niet dat banken betrouwbaarder zijn geworden. Bijna de helft merkt niet dat banken hun werkwijze hebben aangepast sinds de Kredietcrisis. Ongeveer een derde van de ondervraagden merkt hierin wel verbetering. Een belangrijke oorzaak is de Kredietcrisis, die nog altijd nadreunt. Een meerderheid van Nederlanders vindt ook dat banken niet betrouwbaarder zijn geworden in de afgelopen twee jaar. Grote verschillen in vertrouwen door verwachtingen Mensen die al lage verwachtingen hebben van de betrouwbaarheid van banken, zijn ook negatiever over de dienstverlening. Waar van het totaal aantal ondervraagde mensen 57% vindt dat banken niet betrouwbaarder zijn geworden de afgelopen twee jaar, is dat onder mensen die sowieso weinig verwachtingen hebben van die betrouwbaarheid flink hoger: ruim 85%. Van de mensen die banken al betrouwbaar vonden, vindt 32% dat banken niet betrouwbaarder zijn geworden. Mensen die lage verwachtingen hebben van de betrouwbaarheid van banken zijn sneller geneigd melding te maken bij Tuchtrecht Banken wanneer zij denken dat een bankmedewerker de bankierseed overtreden heeft: 48%. Mensen die banken wel vertrouwen, zijn daartoe iets minder geneigd: 40%. De percentages liggen hoger wanneer het gaat om de verwachtingen van de betrouwbaarheid van bankmedewerkers. Meer dan de helft van de Nederlanders (52%) die bankmedewerkers niet zo vertrouwen, geeft aan melding te zullen doen van een vermoede overtreding. Mensen die bankmedewerkers wel vertrouwen, zijn daartoe minder snel geneigd: 44%.
‘Een derde van de bestuurders heeft psychopathische trekjes’ Gepost op 26 april 2019 te 11:46.Geschreven door Gedragsverandering en –bewustwording zijn de belangrijkste pijlers voor een cultuuromslag in organisaties en leidinggevenden spelen daarin een cruciale rol. Dat waren de conclusies van het tweede symposium van Stichting Tuchtrecht Banken over het tuchtrecht in de bancaire sector. Hoofdspreker tijdens het symposium op maandag 15 april was Rob van Eijbergen, hoogleraar gedragswetenschappen en lid van de onafhankelijke Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken. De vrijdag vóór het symposium sprak hij voor de Vrije Universiteit zijn oratie uit over integriteit in relatie tot de kwaliteit van organisaties. Hoe je groepsdynamica, ethiek en integriteit in de bancaire sector organiseert: gefundenes fressen voor een symposium over het bancaire tuchtrecht. In de statige Vondelkerk in Amsterdam toonde Van Eijbergen in zijn presentatie aan hoe belangrijk de rol van groepsdenken en –dynamica zijn in het tot stand komen van beslissingen – en hoe leidend deze fenomenen kunnen zijn in organisaties. Van Eijbergen specialiseert zich in groepsdynamica en adviseert al jaren een reeks van organisaties over hoe processen in goede banen geleid kunnen worden. Hij schetste hoe wij mensen geprogrammeerd zijn om mee te gaan in bepaalde dynamieken en hoe makkelijk zo verkeerde beslissingen genomen kunnen worden. Enige hilariteit trok door de zaal met Van Eijbergen’s constatering aan het begin van zijn presentatie dat uit onderzoek zou blijken dat een derde van bestuurders psychopathische trekjes vertoont. Daarmee was de toon gezet: Van Eijbergen windt geen doekjes om zijn boodschap. “De druk is niet direct die van de groep op het individu, maar de druk op het individu om niet uit de toon te willen vallen bij de groep” ‘Druk’ is niet altijd het juiste woord Aan de hand van geestige filmpjes over bekende gedragsexperimenten – individuen die in een lift het bizarre gedrag van geïnstrueerde acteurs nadoen, individuen die het kortste getekende lijntje op een papier toch aanwezen als het langste lijntje omdat de hele groep dat ook deed – maakte Van Eijbergen bijna tastbaar hoe snel mensen meegaan in groepsdruk en –dynamica. Alhoewel , ‘druk’ – dat is wellicht niet altijd het juiste woord. Van Eijbergen maakte voor de toeschouwers inzichtelijk hoe niet zozeer voorbedachte druk of gemaakte peer pressure mensen aanzet tot bepaald gedrag, maar hoe een bestaande, ontwikkelde gedragscultuur van invloed is of kan zijn. De druk is dus niet direct die van de groep op het individu, maar de druk op het individu om niet uit de toon te willen vallen bij de groep, was Van Eijbergen’s boodschap. Dat kan leiden tot problemen en daarom is het van groot belang dat organisaties continu werken aan cultuur. Daartoe deed Van Eijbergen de volgende aanbevelingen aan de aanwezigen in de zaal: Maak integriteit onderdeel van het werk en maak medewerkers verantwoordelijk voor hun werk Maak duidelijk wat er van medewerkers wordt verwacht Organiseer een meldpunt voor misstanden Toon voorbeeldgedrag op alle niveau’s Voer de dialoog en reflecteer actief op de in de organisatie bestaande groepsdynamiek. ‘Leidinggevenden zijn cruciaal’ Na Van Eijbergen’s betoog startte een paneldiscussie met Van Eijbergen zelf, Gerda van Dijk – zelfstandig boardroom consultant en onder andere hoogleraar publiek leiderschap aan de Vrije Universiteit – en Jerry Brouwer, algemeen directeur van Stichting Tuchtrecht Banken en hoofdaanklager. “Ook aan leidinggevenden moet worden aangegeven wat er van hen verwacht wordt” Volgens Van Dijk beschrijft Van Eijbergen heel goed de groepsdynamica. Ze onderschreef ook de mogelijke oplossingen die hij aandroeg. Niettemin benadrukte Van Dijk de rol van leidinggevenden in het proces van gedragsverandering. Er zijn in het bedrijfsleven voorbeelden te vinden van organisaties waar de bedrijfscultuur niet goed zat en waar de komst van een nieuwe leidinggevende aantoonbaar tot positieve veranderingen leidde. Ze onderschreef dat bij Van Eijbergen’s aanbeveling om aan medewerkers duidelijk te maken wat er van hen verwacht wordt, leidinggevenden daar expliciet aan toegevoegd zouden moeten worden. Vooral ‘quick wins’ Een rondvraag onder de aanwezigen in de zaal over welke organisatie al bezig was met het implementeren van Van Eijbergen’s aanbevelingen, leverde op dat het oprichten van een meldpunt voor misstanden al geregeld was – een zogenaamde ‘quick win’. Aan de andere aanbevelingen werd gewerkt, maar aanwezige complaince officers van banken gaven aan dat het soms makkelijker gezegd is dan gedaan. Kort door de bocht samengevat blijken gedragsculturen en bedrijfsprocessen soms weerbarstig. Niettemin doen banken er intern wel veel aan. Eén compliance officer van een grootbank gaf aan dat de bankierseed op onderdelen verschilt van de interne regels van de bank en dat dit het soms moeilijk maakt het één in het reine te brengen met het ander. Gerda van Dijk benadrukte desalniettemin hoe belangrijk het is voor organisaties dat zij steeds bezig zijn met integriteit en blijven toetsen of men zich houdt aan de kaders. De presentatie van Rob van Eijbergen kunt u hier downloaden.
“Het bankentuchtrecht is een soort Openbaar Ministerie” Gepost op 15 april 2019 te 11:45.Geschreven door Hoogleraar gedragswetenschappen en lid van onze Tuchtcommissie Rob van Eijbergen spreekt op ons symposium over integriteit in relatie tot leiderschap in financiële organisaties. Daarover mocht hij op Radio1 vertellen. “Stichting Tuchtrecht banken is meer een soort Openbaar Ministerie, geen consumentenklachtenloket.” Luister hier het radio-interview met Rob van Eijbergen terug.
Tuchtreglement vernieuwd wegens jurisprudentie en voortschrijdend inzicht Gepost op 21 december 2018 te 11:43.Geschreven door egovers De bankierseed is een set gedragsregels aan de hand waarvan aanklagers en de tuchtcommissie en de commissie van beroep vaststellen of iemand gedragsnormen heeft overtreden. Het tuchtreglement van de Stichting Tuchtrecht Banken vloeit voort uit de bankierseed. In december volgde de eerste grote revisie, met zowel praktisch-logistieke als tuchtrechtelijke aanpassingen. Hier leggen we uit wat er zoal veranderd is. Waarom een nieuw tuchtreglement? Het tuchtrecht met het tuchtrechtreglement voor bankmedewerkers is nieuw in Nederland. Dat betekent dat ons tuchtrechtreglement na bijna drie jaar gemoderniseerd moest worden en aangevuld met onder andere jurisprudentie: het opnemen (codificeren) van uitspraken van de Tuchtcommissie in het tuchtreglement. Dat hebben we nu gedaan. Omdat tuchtrecht voor bankmedewerkers zoals wij dat nu kennen nooit eerder bestond in Nederland, moest het eigenlijk uit het niets uitgevonden en uitgebouwd worden. De basis van het tuchtrecht wordt gevormd door de bankierseed en de daarbij horende verklaring die bankmedewerkers ondertekenen. De bankierseed is een set gedragsregels aan de hand waarvan aanklagers en de tuchtcommissie en de commissie van beroep vaststellen of iemand gedragsnormen heeft overtreden. Is dat het geval, dan kunnen daar sancties aan verbonden worden. Enkele veranderingen Wat voor aanpassingen en aanvullingen zijn zoal terug te vinden in het nieuwe tuchtreglement, vergeleken met het oude? Op basis van ervaringen zitten daar soms eenvoudige, logistieke kwesties bij. Zo is besloten de beslistermijn van de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep te verlengen van vier naar zes weken. Dit omdat soms zeer complexe tuchtzaken kunnen voorkomen waarvoor veel tijd nodig is voor onderzoek, zittingen, overleg en behandeling. Ook is anders dan voorheen een apart hoofdstuk gewijd aan de herzieningsprocedure, is de nummering van de artikelen gewijzigd en is de procedure voor de mogelijkheid tot wijziging van het reglement aangepast. Daarnaast bleken de commissies ook de mogelijkheid te moeten hebben om voorwaardelijke sancties op te leggen. En het tuchtreglement stelt nu ook vast dat de voorzitter van de Tuchtcommissie een herzieningsverzoek – als een melding door de aanklager is afgewezen, maar de melder dient een herzieningsverzoek in – tijdens een zitting van de Tuchtcommissie kan behandelen als de voorzitter daar aanleiding toe ziet. Op deze wijze zal het tuchtreglement de komende jaren vaker een aanpassing of aanvulling ondergaan. Het nieuwe tuchtreglement leest u hier (.pdf).
Melding doen over ING? Voorkom teleurstellingen Gepost op 10 september 2018 te 11:37.Geschreven door De mensen achter de website LeeuwOnwaardig.nl zijn een meldactie gestart voor meldingen betreffende ING bij Tuchtrecht Banken. Stichting Tuchtrecht Banken verwelkomt elke melding, die wij altijd zorgvuldig behandelen. Wij legden eerder zelf al een informatieverzoek neer bij ING. Echter, de tekst op LeeuwOnwaardig.nl kan leiden tot verwarring over waar een melding minimaal aan moet voldoen. Dit kan ertoe leiden dat veel meldingen direct al worden afgewezen. Om teleurstellingen te voorkomen raden wij mensen die willen melden aan rekening te houden met de volgende, minimale eisen. De website LeeuwOnwaardig.nl adviseert mensen over waar zij op ‘ja’ en ‘nee’ moeten klikken op onze Checklist op www.tuchtrechtbanken.nl. Deze checklist is in het leven geroepen om teleurstelling te voorkomen. Want het tuchtrecht voor bankmedewerkers is onder andere door wetgeving beperkt in welke meldingen wij wel, en welke wij niet kunnen behandelen. Check de datum De bankierseed is sinds 1 april 2015 in de wet verankerd. Daarom mogen wij alleen meldingen in behandeling nemen over incidenten die op of ná 1 april 2015 hebben plaatsgevonden. Dat betekent dat wij meldingen over zaken van vóór 1 april 2015 sowieso afwijzen. Het is dus van groot belang dat u kunt aantonen dat het specifieke incident waarover u melding doet na 1 april 2015 heeft plaatsgevonden. Kunt u dat niet, en dient u toch een melding in, dan vragen wij u er rekening mee te houden dat de kans groot is dat uw melding niet in behandeling kan worden genomen. Bewijsvoering Voor het voeren van een tuchtrechtzaak is, net als in het strafrecht, bewijs nodig. Zonder bewijzen, verifieerbare getuigenissen of verklaringen is de kans groot dat een zaak niet in behandeling kan worden genomen, of geseponeerd. Uiteraard is de weging van wat bewijs is of wat een verifieerbare getuigenis of verklaring is een subjectieve. Toch vragen wij melders rekening te houden met bovenstaande. Een kopie van een krantenartikel of bericht op een website kan aanwijzingen bevatten die een incident kunnen doen vermoeden, maar om tot een zaak te komen heeft ons aanklagersbureau bewijzen nodig en verifieerbare informatie. Dit is dan ook de reden waarom Stichting Tuchtrecht Banken een informatieverzoek bij ING heeft ingediend. Individueel gedrag, niet beleid Wij vragen melders altijd rekening te houden met het onderscheid tussen het beleid van een organisatie en het individuele gedrag. Het tuchtrecht voor bankmedewerkers gaat over het individuele gedrag van een bankmedewerker, niet het beleid van een bank. Is informatie voorhanden waaruit blijkt dat een bankmedewerker aantoonbaar de bankierseed heeft geschonden, dan is de kans op een zaak voor de Tuchtcommissie groot. Een melding moet ook een duidelijke en feitelijke onderbouwing bevatten waarom de bankmedewerker in kwestie de bankierseed heeft geschonden. Algemene verwijzingen naar krantenberichten zijn daarvoor meestal niet voldoende. Het bankbeleid over bijvoorbeeld de spaar- of hypotheekrente, of hoe een bank baliemedewerkers instrueert, zal niet snel resulteren in een zaak omdat dit ziet op beleid, niet individueel gedrag.
Sepots en schikkingen Algemeen Directeur ook online Gepost op 17 juli 2018 te 11:34.Geschreven door Vanaf heden komen op www.tuchtrechtbanken.nl ook de sepots en schikkingen van de algemeen directeur geanonimiseerd beschikbaar. Dit besluit is genomen met het oog op volledige transparantie die Stichting Tuchtrecht Banken nastreeft. Een sepot volgt wanneer het aanklagersbureau, na onderzoek, besluit een beëdigde niet te vervolgen. Hiervoor kan het aanklagersbureau diverse redenen hebben, die in elk sepot kenbaar gemaakt worden. Tot nu toe publiceerden wij alleen de herzieningsuitspraken van de voorzitter van de Tuchtcommissie met de onderliggende beslissingen van de algemeen directeur over het afwijzen van een melding. Indien de algemeen directeur daartoe aanleiding ziet kan hij een schikking voorstellen. Dat betekent dat er geen zaak komt voor de Tuchtcommissie en er dus ook geen (potentiële) uitspraak zal komen. Aan de beëdigde wordt dan wel een maatregel opgelegd. De naam van de beëdigde wordt ook opgenomen in ons register, wat betekent dat andere banken de naam van de beëdigde kunnen zien.
Bankierseed straks ook in België? Gepost op 20 juni 2018 te 11:28.Geschreven door Het zou zomaar kunnen dat de bankierseed ook in België verplicht wordt. Om te horen hoe aan het tuchtrecht voor bankmedewerkers uitvoering gegeven wordt, mocht Stichting Tuchtrecht Banken langskomen voor een hoorzitting in het Belgische parlement. De Kamercommissie Financiën van het Belgische parlement in Brussel boog zich op dinsdag 19 juni over het voorstel van de partij Ecolo-Groen om in België de bankierseed naar Nederlands model in te voeren. Nicolet Jager, bestuurslid en penningmeester van Stichting Tuchtrecht Banken, was door de Kamercommissie uitgenodigd om in een officiële hoorzitting te vertellen hoe de stichting het tuchtrecht voor alle Nederlandse bankmedewerkers handhaaft. Na een presentatie van ongeveer een kwartier mochten de parlementariërs vragen stellen aan de afgereisde Nederlanders. Het betrof veelal detailvragen, waarmee de volksvertegenwoordigers duidelijkheid wilden krijgen in wat een invoering van de bankierseed precies zou betekenen. Kan de Nederlandse versie van de bankierseed en het bijkomende tuchtrecht zomaar, één op één naar de Belgische situatie gekopieerd worden? Wat zou het doel zijn? Wat voegt het toe? Allemaal begrijpelijke vragen die bij invoering van de bankierseed hier in Nederland ook te horen waren. Vrijwel alle partijen in het parlement gaven aan het principe van de bankierseed te ondersteunen, maar er waren nog wel twijfels over het hoe en over de uitvoerbaarheid, en of het invoeren van een bankierseed alleen genoeg zou zijn. Na de hoorzitting komen partijen mogelijk met voorstellen voor aanpassingen van het wetsvoorstel, en dan wordt het – eventueel met nog tussenstappen – ter stemming voorgelegd aan het hele parlement. En kan het dus zomaar zijn dat Stichting Tuchtrecht Banken een zusterorganisatie kent bij onze gewaardeerde zuiderburen. De Belgische nieuwszender Kanaal Z besteedde ook aandacht aan de hoorzitting: klik hier voor beeld en een interview met Nicolet Jager.
Ook consumenten varen wel bij Tuchtrecht Banken Gepost op 1 februari 2018 te 11:21.Geschreven door egovers ‘Tuchtrecht Banken neemt consument niet serieus’, kopte actualiteitenprogramma EenVandaag in een TV-reportage van donderdag 3 mei. Een zware beschuldiging waarvoor geen bewijs bestaat. We willen meer meldingen van consumenten, graag zelfs! Maar de meldingen moeten dan wel aan minimale eisen voldoen. Want het tegendeel is waar. Wij nemen iedere melding die bij ons binnenkomt zeer serieus. Toch klopt het dat relatief veel meldingen van consumenten tot nu toe werden afgewezen. Hoe kunnen wij dan beweren dat wij meldingen van consumenten serieus nemen? De verwarring zit hem in de aanname van sommigen dat Stichting Tuchtrecht Banken een loket zou zijn voor consumentenklachten over de financiële sector. Dat is niet onze opdracht. Wij kunnen consumenten die een zakelijk conflict hebben met hun bank niet bijstaan. De stichting kan consumenten ook niet helpen bij het vorderen van een schadevergoeding. Voor het laatste kunnen consumenten terecht bij het in 2007 speciaal daarvoor opgerichte klachteninstituut KIFID. Wat we wel doen: we spreken bankmedewerkers aan op hun gedrag wanneer zij de bankierseed schenden. Daarmee geven wij uitvoering aan het tuchtrecht, zoals bijvoorbeeld de Medisch Tuchtcolleges dat doen in de zorg en de Orde van Advocaten in de advocatuur. Het is belangrijk dit verschil te benadrukken, want zo komen de juiste klachten bij de juiste instantie terecht, worden teleurstellingen voorkomen – en worden uiteindelijk meer meldingen van consumenten in behandeling genomen. De ene melding is de andere niet Het komt regelmatig voor dat wij van consumenten klachten krijgen over bankmedewerkers, maar waarvan al snel duidelijk is dat het geen meldingen zijn die onder het tuchtrecht vallen. Deze worden afgewezen. Om u een idee te geven van wat voor meldingen dat zijn, een paar voorbeelden uit de praktijk. Wij krijgen bij tijd en wijle klachten van mensen die vinden dat zij bij een bankfiliaal te lang in de rij moesten staan. Ook komen er klachten binnen over bankmedewerkers die in de ogen van klagers onbeschoft of onfatsoenlijk gedrag vertoonden aan een balie of aan de telefoon, over de hoogte van de spaarrente of een conflict over de terugbetaling van een banklening. Hoe vervelend ook, dit soort klachten valt niet onder het tuchtrecht voor bankmedewerkers zoals dat vastgesteld is door de financiële sector middels de Nederlandse Vereniging van Banken en dat wij als stichting uitvoeren. Voor dit soort klachten over de persoonlijke behandeling door bankmedewerkers kunnen consumenten terecht bij de klachtenafdelingen van banken, die hun eigen disciplinaire regels hebben, bij een civiele rechtbank of mogelijk KIFID. Maar we gaan toch over gedrag? Toch spreken wij zelf over het ‘aanspreken van bankmedewerkers op hun gedrag’. Dat klopt. Maar in gedrag maken wij onderscheid tussen vorm en inhoud. Waar wij over gedrag spreken hebben wij het niet over de vorm, ofwel de manier waarop een bankmedewerker een consument persoonlijk behandelt, maar over de inhoud van de dienstverlening door de medewerker aan de klant. Om deze reden is een belangrijke regel in de bankierseed dat de bankmedewerker het klantbelang centraal moet stellen. Maar wat bedoelen wij dan concreet met ‘slecht gedrag’? Een hypothetisch voorbeeld zou kunnen zijn dat een bankmedewerker een product ontwikkelt en aan de man brengt dat hem- of haarzelf, of uitsluitend de werkgever bevoordeelt. Of, wederom hypothetisch, een bankmedewerker die een laag basissalaris heeft, voor een hoger salaris afhankelijk is van de verkoop van zijn product en die zijn toevlucht neemt tot verkooptrucs die strikt genomen niet strafbaar zijn, maar doelbewust de zakken van de bankmedewerker moeten spekken en die van de klant leeg kloppen. In zulke hypothetische gevallen wordt het klantbelang duidelijk niet centraal gesteld. Dit zijn wat wij bij Stichting Tuchtrecht Banken de ‘grijze zaken’ noemen: kwesties die legaal zijn, dus de wet niet breken, maar op zijn minst moreel laakbaar zijn. Dit soort grijze zaken ondernomen door individuen is wat het vertrouwen in de financiële sector ondergraaft. Register Deze zaken beoogt de bankierseed aan te pakken, zo de sector te ‘schonen’ van medewerkers die het klantbelang niet centraal stellen en op die manier te helpen het vertrouwen in de sector te herstellen. Dat vertrouwen kreeg tijdens de Kredietcrisis een flinke knauw, in de kern veroorzaakt door bankmedewerkers over de hele wereld die alles behalve het klantbelang centraal stelden. Bankmedewerkers die een sanctie aan de broek krijgen van de Tuchtcommissie, eventueel na een beroepszaak bij de Commissie van Beroep, of die een schikking treffen, komen voor een periode van maximaal 3 jaar in ons register. Dat is alleen inzichtelijk voor banken die aangesloten zijn bij Stichting Tuchtrecht Banken. Maar: bij dit alles kan het alleen gaan om gedragingen van een individuele bankmedewerker. De hoogte van de spaarrente of het weigeren van een hypotheek zijn het gevolg van beleid van een bank. Wat doet Stichting Tuchtrecht Banken? Wij zijn een uitvoeringsinstantie. We hebben een secretariaat, een aanklagersbureau en we zorgen dat de onafhankelijke Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep hun werk kunnen doen. Hoe de stichting in elkaar zit en wat wij doen, laat zich misschien het beste vergelijken met een soort combinatie van Openbaar Ministerie en rechtbank, waarbij de melder de aangever is en het Openbaar Ministerie met de melding aan de slag gaat. En net zoals deze organisaties uitsluitend mogen werken met – in hun geval – de mogelijkheden en beperkingen van het strafrecht, is onze stichting gebonden aan de kaders van het vastgestelde tuchtrecht. Ons aanklagersbureau wordt bemand door mensen met een achtergrond in het strafrecht, zoals vorige functies bij het Openbaar Ministerie, en juristen met expertise in disciplinair (straf-)recht. Zij zijn echte go getters; als zij eenmaal hun tanden in een zaak hebben gezet, laten ze niet snel los. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep bestaan uit (voormalige) rechters, juristen en experts uit de financiële sector met veel kennis over en ervaring met het reilen en zeilen bij banken. De commissieleden nemen hun werk zonder uitzondering zeer serieus en benaderen zaken zoals rechters in een rechtbank dat doen. De commissieleden verwachten – terecht – dat een door de aanklagers aangebrachte zaak zeer goed onderbouwd is, wegen het bewijsmateriaal alsmede de bewijsvoering door de beëdigde tegen wie een melding is ingediend, en toetsen alles nauwgezet aan de bankierseed. Ons secretariaat bestaat uit mensen die de zakenadministratie bijhouden, gegevens beheren, ervoor zorgen dat de onafhankelijke tuchtcommissies bemand zijn met goede mensen, de post doornemen en verzekeren dat het aanklagersbureau en de commissies hun werk goed kunnen doen. Ons bestuur bestaat uit een voormalig procureur-generaal, een hoogleraar en een juriste met als specialisatie compliance. Melden? Ja graag Kortom: ja, wij ontvangen graag uw melding als u denkt dat een bankmedewerker uw belang niet centraal heeft gesteld, of anderszins de bankierseed heeft geschonden. Maar zoals gezegd, de ene melding is de andere niet. Daarom hebben wij op onze website uitgebreide informatie opgenomen over waar een melding minimaal aan moet voldoen. Vult u vooral ook het Checklist-formulier naar waarheid in. Dan wordt voor u snel duidelijk of uw melding aan de minimale voorwaarden voor behandeling en vervolgonderzoek voldoet. Geeft één van uw antwoorden op het formulier de reactie dat de melding niet voldoet, dan is de kans zeer groot dat als u tóch doorzet uw melding wordt afgewezen. Dus vult u vooral de Checklist in om teleurstellingen te voorkomen. Onze website vindt u hier. U kunt er alles lezen over de bankierseed, hoe u een melding kunt indienen – en waar die minimaal aan moet voldoen – en waar u een Veelgestelde Vragen en –Antwoordenpagina kunt raadplegen, alsmede uitspraken van onze tuchtcommissies. Naschrift 15 mei 2018: EenVandaag heeft de kop van het artikel op hun website inmiddels aangepast naar ‘Consumenten vangen bot bij Tuchtrecht Banken’. Het EenVandaag-artikel leest u hier. (Beeld: Christophe Michel / Wikimedia Commons 2.0 License)
Gedrags- en cultuurverandering in de financiële sector: ‘We zijn er nog niet’ Gepost op 1 december 2017 te 11:20.Geschreven door Het tuchtrecht voor bankmedewerkers is een goed instrument dat moet bijdragen aan een gedrags- en cultuurverandering in de financiële sector, maar we zijn er nog niet. Dat was de conclusie van het eerste symposium van Stichting Tuchtrecht Banken, waarin werd teruggekeken op de ontwikkelingen na 2,5 jaar tuchtrecht – én vooruit gekeken. Voor de bijeenkomst in ’t Kromhout Museum in Amsterdam had Volkskrant-columniste en econoom Sheila Sitalsing voor de gelegenheid een prikkelende column geschreven over de (gehoopte) effecten van het tuchtrecht voor bankmedewerkers. Ze vroeg zich af of een gedragscode helpt bij het voorkomen van woekerpolissen en rentederivaten. Ook vroeg ze zich af of het gedrag dat onder andere leidde tot de Kredietcrisis verandert door zoiets als een bankierseed en de bijbehorende gedragscode. Sitalsing kaartte ook een aantal lastige vragen aan. De bankierseed kwam er om een gedrag- en cultuurverandering teweeg te brengen, memoreerde ze. Maar hoe was die cultuur 2,5 jaar geleden dan, en wanneer kun je zeggen dat een verandering teweeg is gebracht? Oftewel, is er een meetbare benchmark? En het vertrouwen in de financiële sector dat hersteld moet worden, hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Hoe meet je dat? Ze legde haar vragen voor aan een panel bestaande uit Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken en aanjager van de verankering van de bankierseed in de wet, hoogleraar rechtspleging in de rechtsfilosofie, advocaat en bankierseed-specialist Jonathan Soeharno en Jerry Brouwer, hoofdaanklager van de Stichting Tuchtrecht Banken. Geen harde benchmark – en dat kan ook niet Op de vraag over wanneer een cultuurverandering bereikt zou kunnen zijn, antwoordde Chris Buijink dat dit lastig vast te leggen is daar de bedoeling van de bankierseed is dat het binnen banken het gesprek over wat kan en niet kan aanjaagt. Buijink’s woorden samengevat kwam het erop neer dat de bankierseed op zichzelf niet de alfa en omega is voor een cultuursverandering. De eed, het tuchtrecht en het register van Tuchtrecht Banken – waarin medewerkers die een uitspraak aan de broek tijdelijk in kunnen worden opgenomen – vormen enkele van de bouwstenen voor gedrags- en cultuurverandering. Zo bezien staat de bankierseed naast het toezicht vanuit De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten en het civiel- en strafrecht. Jonathan Soeharno stelde dat de bankierseed of het tuchtrecht zijns inziens op zichzelf niet helpen bij een verandering. Het is volgens hem andersom: het zijn de mensen die de eed maken. Hij betoogde ook dat financiële producten dusdanig complex zijn dat daar doorgaans zo veel mensen aan meewerken dat niet één persoon ervoor verantwoordelijk kan worden gesteld indien blijkt dat het product bijvoorbeeld niet het klantbelang centraal stelt. ’Voeg ook instellingen onder het tuchtrecht’ Daarom riep Soeharno op niet alleen individuele bankmedewerkers, maar ook instellingen zelf onder het tuchtrecht te brengen. Zo kan een instelling collectief aangepakt worden wanneer gedragsregels overtreden worden. Soeharno kreeg bijval van Hans Hofhuis, voorzitter van de onafhankelijke Commissie van Beroep die door de Stichting Tuchtrecht Banken gefaciliteerd wordt. Volgens Chris Buijink was dit niet nodig. omdat er zijns inziens al toezicht is op financiële instellingen vanuit DNB en de AFM. Een aanwezige van ING viel hem daarin bij. Meer ‘grijze zaken’ Jerry Brouwer op zijn beurt riep banken op meer complexe, ‘grijze’ zaken te melden: incidenten die niet onder strafrecht vallen en dus wettelijk niet strafbaar zijn, maar die wel raken aan de gedragscode. Met het publiek, waaronder veel juristen en compliance officers van banken, werd vervolgens ingegaan op dilemma’s die spelen rondom een grote zaak bij ABN Amro. Voorzitter Toon Huydecoper van de Stichting Tuchtrecht Banken dankte de aanwezigen voor hun medewerking aan een geslaagd eerste symposium en sprak de hoop uit vaker bijeen te komen om te discussiëren en ideeën te vormen over dilemma’s die spelen rondom de bankierseed en het tuchtrecht. Het Financieele Dagblad was aanwezig en publiceerde een verslag op FD.nl, dat hier valt na te lezen.